e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Weert

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
koe die pas gekalfd heeft vaars: vø̜rs (Weert), vɛrs (Weert), verse koe: vøršǝ kǫw (Weert) Voor een aantal varianten van vaars zou men kunnen denken aan een woord vers. Het wnt (xx-1, blz. 2125) vermeldt ''vers'' in de betekenis van "jonge koe van ongeveer twee jaar die nog geen kalf heeft gehad of voor de eerste maal kalft" (wnt xviii, blz. 72). Het onderscheid tussen vers- en vaarsvarianten is niet altijd even duidelijk. Daarom is er gekozen voor één woordtype vaars.' [A 4, 16; L 20, 16] I-11
koe die tweemaal heeft gekalfd tweede vaars: twīǝdjǝ vē̜rs (Weert) Zie voor de fonetische documentatie van (koe) resp. (kalf) de lemmata ''koe'' (3.3.1) en ''kalf'' (3.1.1). [N 3A, 26a; N C, 14b] I-11
koe met gebogen, opgezette rug kromme rug: krǫmǝ rø̜k (Weert) [N 3A, 145c] I-11
koe met hellend kruis hangend kruis: haŋǝntj krys (Weert) [N 3A, 145a; monogr.] I-11
koe met korte poten diepe koe: dēpǝ ku (Weert) [N 3A, 142b] I-11
koe met rode vlek op de poot vlekpoot: vlɛkpōt (Weert) [N 3A, 138] I-11
koe met slappe, doorgezakte rug slappe rug: slapǝ rø̜k (Weert) [N 3A, 145b] I-11
koeherder zweitser: zwęi̯tsǝr (Weert) Zie ook het lemma ''koewachter, veeknecht'' (1.3.14) in wld I.6, blz. 23-25. [N 3A, 12b; JG 1a, 1b; monogr.] I-11
koeienmaag maag: māx (Weert) Bedoeld is hier de koeienmaag in haar geheel. [N 3A, 120; A 9, 11] I-11
koekenbreker krotenmolen: krǫtǝmø̄lǝ (Weert) Werktuig waarmee men lijnkoeken en dergelijke tot brokjes maalt. [N 18, 135; N J, 7] I-11