e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Weert

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kweekduif kweekduif: kweekdoef (Weert) Wat is de dialectbenaming voor: een duif alleen voor de voortplanting? [N 93 (1983)] III-3-2
kweepeer kwee: kwiĕ (Weert), kwiə (Weert), kweepeer: kwieëpaer (Weert), kwieəpèr (Weert) [ZND 29 (1938)]kwee [SGV (1914)] || kweepeer [SGV (1914)] I-7
kweernen kweernen: kwę̄rǝ (Weert) Graan malen met behulp van een handmolen. [monogr.] II-3
kwellen pesten: peste (Weert), plagen: ploage (Weert) lichamelijk of geestelijk leed veroorzaken [plagen, kwellen] [N 85 (1981)] III-3-1
kwelling/pesterij gepest: gepest (Weert), geplaag: geploag (Weert), vervelen: vervaele (Weert) het kwellen [plaag, temptatie] [N 85 (1981)] III-3-1
kwezel kwezel: kwezel (Weert), kwieezel (Weert), wāat ’n kwezel (Weert) Een bidziel, bidmens, kwezel, overdreven vrome persoon. [N 96B (1989)] || Wat een kwezel! [ZND 29 (1938)] III-3-3
kwezelachtig kwezelachtig: kwezelechtig (Weert), kwezelig: kwieezelig (Weert) Kwezelachtig. [N 96B (1989)] III-3-3
kwijl sloever: slaofer (Weert), zever: zeiver (Weert) Kwijl, slijm. || Kwijl: uit de mond lopend speeksel (zever, kwijl). [N 84 (1981)] III-1-1
kwijnen van een plant kwelen: kwaele (Weert, ... ) kwijnen ve plant || kwijnen ve plant, vergaan III-4-3
kwinkslag slag: slaag (Weert) een grappig, koddig gezegde [slag, dreun] [N 87 (1981)] III-3-1