21341 |
leurder |
kramer:
krie‧mer (L289p Weert),
sjachelaar:
sjacheler (L289p Weert, ...
L289p Weert),
venter:
venter (L289p Weert)
|
een venter (die van deur tot deur waren verkoopt) [ZND 28 (1938)] || koopman die met zijn waren langs de deuren gaat? [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21431 |
leuren |
de boer opgaan:
de boor op goan (L289p Weert),
de mensen afgaan:
de minse aefgoan (L289p Weert),
eropuit gaan:
d⁄r op uut goan (L289p Weert),
eropuit trekken:
d⁄r op uuttrèkke (L289p Weert),
langs de deur gaan:
langs de duur goan (L289p Weert),
met de pak gaan:
met de pak goan (L289p Weert)
|
Inventarisatie uitdrukkingen voor: "op koopmanschap gaan"= erop uittrekken om zijn waren te verkopen? Zo neen, welke andere uitdrukking. Geeft u nauwkeurig de uitspraak aan. [N 21 (1963)]
III-3-1
|
20257 |
leven (zn.) |
leven:
zn
laeve (L289p Weert)
|
leven
III-2-2
|
17568 |
levend vlees onder de huid |
leven, het -:
t lééve (L289p Weert),
ut lève (L289p Weert),
levend vlees:
t laevendj vleis (L289p Weert),
vlees:
t vleis (L289p Weert)
|
levend vlees onder de huid [t leeve] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
17697 |
lever |
lever:
laever (L289p Weert),
laiver (L289p Weert),
leiver (L289p Weert),
lééver (L289p Weert),
lē̜vǝr (L289p Weert)
|
Grote klier waarin onder andere gal wordt afgescheiden. [N 28, 88c] || lever [leevert, lijver, livvere] [N 10 (1961)]
I-11, III-1-1
|
34418 |
leverbotziekte, distomatose |
leverbot:
lē̜vǝrbot (L289p Weert)
|
Leverbotziekte, veroorzaakt door een platworm die leeft in de galgangen van de lever, vooral van runderen en schapen. [N 52, 31; N 19, 69; N 77, 64; A 48, 46; A 32, 15b]
I-12
|
20514 |
leverworst |
leverworst:
laeverworst (L289p Weert, ...
L289p Weert),
laeverwòrst (L289p Weert),
lèverworst (L289p Weert, ...
L289p Weert),
lèèverworst (L289p Weert),
lééverworst (L289p Weert),
lichtere kleur- lever in verwerkt, wordt ook wel gebakken
laiverworst (L289p Weert)
|
leverworst [N 06 (1960)], [ZND 21 (1936)] || leverworst; Hoe noemt U: Worst met lever als hoofdbestanddeel (lol, leverworst, leverpens) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
24342 |
libel en waterjuffer |
grote poppenschreur:
groete pôppeschruur (L289p Weert),
kleine poppenschreur:
kleinee pôppeschruur (L289p Weert),
poppenschreur:
poppeschreur (L289p Weert),
póppeschruuër (L289p Weert),
pôppeschruur (L289p Weert)
|
libel, alg. [DC 27 (1955)] || libel, beekjuffer || libel, grote soort, ong. 7 cm, bruinachtig [DC 27 (1955)] || libel, kleine soort, ong. 5 cm, met blauwe en zwarte banden [DC 27 (1955)]
III-4-2
|
17540 |
lichaam |
corpus (lat.):
corpus (L289p Weert),
lijf:
lie:f (L289p Weert),
lie_ef (L289p Weert),
liéf (L289p Weert),
līef (L289p Weert),
līē.f (L289p Weert),
līēf (L289p Weert, ...
L289p Weert)
|
buik (lijf) [DC 01 (1931)] || het lichaam [ZND 30 (1939)] || lichaam [N 10 (1961)], [SGV (1914)]
III-1-1
|
17971 |
lichaamskracht |
macht:
macht (L289p Weert, ...
L289p Weert,
L289p Weert,
L289p Weert,
L289p Weert,
L289p Weert)
|
lichaamskracht (kracht die een zieke geleidelijk verspeelt) [macht, maacht] [N 10 (1961)]
III-1-2, III-1-4
|