e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Weert

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lip lip: lup (Weert, ... ), luppe (Weert), løp (Weert), lùp (Weert) lip [DC 01 (1931)], [RND], [SGV (1914)] || rode lippen [ZND 30 (1939)] III-1-1
lip van een hoefijzer lip: løp (Weert) Het opstaand lipvormig gedeelte aan de voorzijde aan het hoefijzer. De lip voorkomt het naar achter opschuiven van het hoefijzer. Zie ook afb. 222. Ook aan de zijkanten van het hoefijzer kunnen lippen worden aangebracht. Dit gebeurt als het paard brokkelende hoeven heeft of wanneer het hoefijzer de neiging heeft naar binnen te verschuiven. Zie ook het lemma ɛbrokkelhoefɛ in WLD i.9, pag. 102.' [N 33, 356; JG 1b; monogr.] II-11
lis (alg.) lis: lis (Weert, ... ), ± Veldeke  lis (Weert) Duitse lis (iris germanica). De bloemen zijn blauw, alle 6 de bloemdekslippen zijn ongeveer even lang, de binnenste met een dichte rij gele haren (lits, lis, liesel, waterlelie, kaars). [N 92 (1982)] || lis [ZND 29 (1938)] || soorten lis [ZND 29 (1938)] III-4-3
lisdodde duivelskauw: duûvelskaw (Weert), -  duuvelskaw (Weert), duvels-kow (Weert), duvelskauw (Weert, ... ), ± Veldeke  duuvelskauw (Weert), kattenstaart: -  kattestert (Weert) Grote lisdodde (typha latifolia een 100 tot 250 cm hoge plant. De bladeren zijn tot 2 cm breed; de bloemen bevinden zich in cilindervormige aren, eenslachtig, de mannelijke bovenaan, vlak daaronder de vrouwelijke, de bloemdekbladeren ontbreken. Bloeitij [N 92 (1982)] || lisdodde [DC 13 (1945)] III-4-3
lispelen (slissen) lispelen: Van Dale: lispelen, 1. de s en z onduidelijk, met een eigenaardig zacht gesis uitspreken; - 2. met onduidelijke, zwakke stem uiten, fluisteren.  lispele (Weert) de s en de z onduidelijk, met een eigenaardig zacht gesis uitspreken [lispelen, tispelen, strisselen] [N 87 (1981)] III-3-1
list handigheid: hendjigheid (Weert), slimme streek: slum strieek (Weert) een slimme vondst die men toepast om zijn doel te bereiken zodat daardoor een persoon misleid wordt [list, fint] [N 85 (1981)] III-1-4
litanie van de rozenkrans litanie (<lat.): littenei-j (Weert), litteni-j (Weert) De litanie van O.L. Vrouw, het slot van het Rozenhoedje [littenïj, lietenïj, lieteniej, lietenej?]. [N 96B (1989)] III-3-3
litteken lijkklauw: [lijk + klauw], 2e el. volksetym.?  liêkklaw (Weert), litteken: litteiken (Weert) litteken [SGV (1914)] III-1-2
liturgisch vaatwerk kelken: kelleke (Weert), vaatwerk: vaatwerrek (Weert) De heilige vaten, het liturgisch vaatwerk [kelken, cibories, monstrans]. [N 96A (1989)] III-3-3
liturgische gewaden miskleren: meskleier (Weert) De paramenten, de liturgische gewaden. [N 96A (1989)] III-3-3