e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Weert

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
nachtvlinder mot: mot (Weert), snuffelter: snuffelter (Weert) nachtuiltje, nachtvlinder [DC 18 (1950)] III-4-2
nachtzwaluw geitenmelker: geitemèèlker (Weert), geiteméélker (Weert), geîtemêlleker (Weert), vliegende pad: vlegendje ped (Weert) nachtzwaluw [DC 18 (1950)] || nachtzwaluw (27 vrij zeldzame zomervogel; meest op de hei; bruin met allerlei streepjes en vlekjes; overdag onvindbaar; maakt geen nest; roep ratelend [errrrrr-orrrrr] [N 09 (1961)] III-4-1
nadeel nadeel: noadei‧l (Weert), schade: schaai (Weert) het nadeel dat voor iemand uit een gebeurtenis of handeling voortvloeit [schade, schaai, scha, nadeel] [N 85 (1981)] III-1-4
nageboorte moederkoek: mooderkook (Weert), nageboorte: naogeboeerte (Weert) menselijke nageboorte [N 10C (zj)] III-2-2
nageboorte van de koe rein: rɛi̯n (Weert) [N 3A, 57a; JG 1a, 1b; A 33, 19b; monogr.] I-11
nagel nagel: nagel (Weert, ... ), niêgel (Weert), nīēgel (Weert) [ZND 30 (1939)]nagel [DC 01 (1931)] III-1-1
nagelbloem (clethra alnifolia) kaneeltje: kerniĕlkes (Weert), kerniêlke (Weert) giroffel (nagelbloem) [SGV (1914)] || nagelbloem (anjelier) [SGV (1914)] III-2-1
nagels verwijderen schoenen uitdoen: sxō.n ȳtdō.n (Weert) De nagels worden meestal afgetrokken met de haak die aan de bovenkant van de krabber zit. Men kapt of snijdt ze ook wel af of wringt ze met de hand af. Alvorens de nagels te verwijderen houdt men ze in heet, zelfs kokend water. [N 28, 35; monogr.] II-1
nagieten afspoelen: āfspø̄lǝ (Weert) Nadat de haren afgekrabd zijn, wordt het dier met koud water afgespoeld; enerzijds om achtergebleven haren en eventueel vuil te verwijderen, anderzijds om het nascheren gemakkelijker te maken. [N 28, 26] II-1
nagras, tweede hooioogst groe(n)maad: grōmęntj (Weert), grǫmǝt (Weert), groe(n)maad hooi: grǫmǝs hōi̯ (Weert), nagras: nǫgrās (Weert) De opbrengst van de tweede maal dat er gehooid wordt, doorgaans eind augustus; zie de algemene toelichting bij deze paragraaf (''nagras''). [N 14, 128b, JG 1a, 1b en 2b; A 4, 26a; A GV, 2Gr.; L B2, 345; L 5, 8; L 14, 15; Gwn 7, 10; Wi 58; S 25; monogr.] I-3