e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Weert

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
nawort tweede beslag: twiǝdjǝ bǝslāx (Weert) De vloeistof die de tweede keer uit het beslag gewonnen wordt. [N 35, 47; N 35, 40] II-2
nazaat nazaat: naozaat (Weert) nakomeling, afstammeling III-2-2
necrobacillosis, rotkreupel rotkreupel: rotkrȳpǝl (Weert) Een besmettelijke klauwaandoening. Het begint met een ontsteking van de huid tussen de klauwen, daarna wordt de hoornwand aangetast en de zool van de klauw; deze laten los en er ontstaat kreupelheid. [N 77, 63; N 19, 69; A 48a, 29; N 52, 16; monogr.] I-12
neef neef: naef (Weert), neen  nèf (Weert, ... ), zie achterneef  nêf (Weert) neef || neef; Bestaan er verschillende woorden voor de verschillende soorten van neven (kinderen van ooms en tantes, kinderen van broers en zusters, achterneven?) [DC 05 (1937)] III-2-2
neep, klemhout kikker: kikker (Weert), klemhout: klemhout (Weert) Een stukje hout dat op de molenwand is aangebracht om de gaffelreep vast te zetten. In l 265 gebruikte men hiervoor een v-vormig uitgesneden plankje, waar men het touw onder klemde. [N O, 25q] II-3
neerstrijken op de vliegplank naar huis komen: nǭ hu.s kōmǝ (Weert) Het neerstrijken van de bij op de vliegplank van korf of kast, wanneer ze na een honingvlucht thuiskomt. [N 63, 45] II-6
neet, luizenei neet: neet (Weert), nēēt (Weert), WLD  neet (Weert) neet [SGV (1914)] || neet, luizenei [N 26 (1964)] III-4-2
negblokken sierstenen: sērstęjn (Weert) Bergstenen blokken die in het metselwerk worden aangebracht ter verlevendiging van venster- en ingangsneggen. Zie ook afb. 52. Volgens de invuller uit Q 121c konden de negblokken uit mergel, kunststeen of hardsteen vervaardigd zijn. [N 32, 12a] II-9
negenoog negenoog: neugenoug (Weert), nuugenaug (Weert) negenoog, bloedzweer [SGV (1914)] || Negenoog: kwaadaardige steenpuist omgeven door andere steenpuisten die ineen vloeien (negenoog, negenoger, kwader). [N 84 (1981)] III-1-2
neger neger: neger (Weert), zwarte, een -: zwerte (Weert) neger [N 102 (1998)] III-3-1