e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Weert

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
onwaardig onwaardig: onwaerdig (Weert) Onwaardig [ónwèèrdig, ónwuurdieg]. [N 96D (1989)] III-3-3
onweersbui donderbijs: donderbies (Weert), donderbui: donderböj (Weert), donderbüj (Weert), donderschoer: donderschoōr (Weert), ⁄n dônderschoôr (Weert), onweersbui: onwèrsbui (Weert), onwèèrsbuij (Weert), schoer: schoôr (Weert) donderbui [SGV (1914)] || donderbui, onweersbui || onweersbui [SGV (1914)] || onweersbui met veel regen en wind [schoer, donderschoer] [N 22 (1963)] III-4-4
onweerx onweer: onwair (Weert), onwèèr (Weert), (meervoud: ónwaere; verkleinwoord: ónwaerke).  onwaer (Weert) onweer [N 22 (1963)] III-4-4
onwel aardig: aardig (Weert), flauw: flauw (Weert), niet goed: neet good (Weert, ... ), ongemoed: ongemoodj (Weert), ongemoodj zeen (Weert), zich ongemoodj veule (Weert) hij is niet al te wel; hij is onpasselijk (de echte dialectwoorden hiervoor) [ZND 32 (1939)] || Onwel: zich niet gezond voelend (erg, onwel, onlustig, niet prut, kadies, dings). [N 84 (1981)] || Zich niet lekker voelen (spijten, kruchen, in de lappenmand zijn). [N 84 (1981)] III-1-2
onwennig (voelen) ongewend: ongewindj (Weert), onplezierig: onplezeerig (Weert), slecht gewend: slecht gewindj (Weert) nog niet op zijn gemak zijn in een nieuwe toestand [N 85 (1981)] III-1-4
onze-lieve-heer onze-lieve-heer: slivenieer (Weert) Onze Lieve Heer [slievenheer]. [N 96D (1989)] III-3-3
onze-lieve-vrouw onze-lieve-vrouw: slivrouw (Weert) Onze Lieve Vrouw [Lie(f)vrouw, Sliefvrouw]. [N 96D (1989)] III-3-3
onze-lieve-vrouweplaat schilderij van onze-lieve-vrouw: shcilderi-j van slivrouw (Weert) Een plaat, afbeelding van O.L.V. van Altijddurende Bijstand. [N 96B (1989)] III-3-3
onzedig vies: vies (Weert), vuil: voeel (Weert) Onzedig, onzedigheid. [N 96D (1989)] III-3-3
onzevader onzevader: onze vader (Weert, ... ), ozze vaader (Weert), paternoster: pater noster (Weert), paternoster (Weert) Het door de priester gezongen Pater Noster, het Onze Vader. [N 96B (1989)] || Het gebed "Onze Vader", "Pater noster"[Vadder-óns, Vadder-ónzer, noster]. [N 96B (1989)] III-3-3