e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Weert

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
oorlel oorlel: oe-erlel (Weert), oerlel (Weert) oorlel [DC 01 (1931)] III-1-1
oorring oorbel: oerbel (Weert), oorring: oerringk (Weert) zilveren of gouden ring die in elk van beide oren gedragen wordt [oorbel, bel, slinger] [N 86 (1981)] III-1-3
oorveeg draai: dreij (Weert) Oorveeg: slag om de oren (raps, oorveeg, opneuker, mot, blamot, appelvlink, sabelets, pees, lap, draai, laps, klap, lek, konkel, fleer, hababbel). [N 84 (1981)] III-1-2
oorvormig handvat oor: oer (Weert) Oorvormig handvat van b.v. een kopje, pan, kan etc. (oor, handsvat, handvat) [N 79 (1979)] III-2-1
oorwissen wissen: wesǝ (Weert) De wissen waaruit de handvatten worden vervaardigd. Zie ook afb. 278. De respondent uit Sint-Truiden (P 176) merkte op dat men voor de oren van een plukkorf riet uit Indonesië gebruikte. Men betrok dit via Antwerpse handelaren. [N 40, 73] II-12
oorworm oorworm: oeërworm (Weert), oeërwôrrem (Weert), oorworm (Weert) oorworm || oorworm (firficula auricularia) [DC 18 (1950)] III-4-2
oostindische kers klimmertje: klummerke (Weert, ... ), -  klömmerkes (Weert), ± Veldeke  klummerkes (Weert, ... ) [N 92 (1982)]Oostindische kers || Oostindische kers (tropaeolum majus nana). De bladeren zijn roodachtig met 5 zeer stompe hoeken, ze zijn iets grijsgroen. De kelk is geel. De kroonbladeren zijn oranje tot lichtgeel, aan hun voet met franje. De onrijpe vruchten worden in azijn ingemaakt, [N 92 (1982)] I-7, III-2-1
oot vlieghaver: vleeghaaver (Weert), windhaver: ± Veldeke  wíndjhaver (Weert) Oot, wilde haver (avena fatua 5 tot 20 cm groot. De plant is zodevormend, de bladeren zijn borstelvormig; de aartjes bevinden zich in dichte, aarvormige pluimen, klein, lichtgroen tot grijsachtig van kleur, kort genaald. Van april tot en met juni. Te vi [N 92 (1982)] || wilde haver III-4-3
oot, wilde haver vlieghaver: vlēghāvǝr (Weert) Avena fatua L. Een vrij algemeen voorkomend lastig onkruid op bouwland, in korenvelden en wegbermen, dat er haverachtig uitziet met een wijde, pluimvormige aar. Het bloeit van juni tot augustus. De lengte varieert van 60 tot 120 cm. Vergelijk lemma Evene in WLD.I, afl. 4. [A 30, 2; A 60A, 81; L 49, 2; monogr.; add. uit JG 1a, 1b] I-5
op bedevaart gaan bedevaart gaan: baevaart gaon (Weert), bei:verd gaon (Weert), wè gāōn bèvert (Weert), (geen voorzetsel ervoor!).  bīēvert gaon (Weert), bedevaarten: baiveste (Weert), werkwoord van bèvert  we gāon bèverte (Weert), op bedevaart gaan: op baevert gaon (Weert), op beevert gaon (Weert, ... ), op bèèvert goan (Weert), op bééjvert gaon (Weert), ter bedevaart gaan: tur beivert gaon (Weert) Bedevaart doen [ne gank doon]. [N 06 (1960)] || Een bedevaart doen, op bedevaart gaan [beewegen, beevaarden, bèèverte]. [N 96C (1989)] || We gaan een bedevaart doen. [ZND 21 (1936)] III-3-3