e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Weert

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
parfum odeur (fr.): odeur (Weert) reukstof in geconcentreerde vorm [parfum, odeur] [N 86 (1981)] III-1-3
parochie parochie: perochie (Weert) Een parochie. [N 96D (1989)] III-3-3
partij partij/parti: partej (Weert), pǝrtęj (Weert) Zestig zakken van veertig kilo bij elkaar. [N O, 38p] II-3
pas kunnen vliegen net kunnen vliegen: kân net vleege (Weert) Hoe zegt men van zon jong: het kan pas vliegen? [N 93 (1983)] III-3-2
pas uit het ei gekomen kipje kuikje: kykskǝ (Weert) [N 19, 40b] I-12
pasbrug lichtbalk: lext˱balǝk (Weert) Het horizontale balkje, als onderdeel van de licht van handmolens, waar de zwengel en de spil op rusten. De pasbrug is aan één uiteinde scharnierend vastgezet en rust met het andere uiteinde op de lichtboom. [N D, 21] II-3
pasen pasen: paose (Weert), poasse (Weert) Pasen [Paoësje, Oeëster]. [N 96C (1989)] III-3-3
pashamer pashamer: pashamer (Weert) De houten of ijzeren hamer waarmee de paswiggen worden vastgezet. In dit lemma is een onderverdeling gemaakt in a) de hamers die specifiek voor het vastzetten van de paswiggen worden gebruikt, en b) hamers die ook bij andere ambachten gangbaar zijn. Zie ook de toelichting bij het lemma ɛpaswiggenɛ.' [N O, 23m; A 42A, 29; Vds 235] II-3
pasklaar pasklaar: pasklǭr (Weert) Gezegd van een kledingstuk wanneer het zo ver klaar is dat men het kan komen passen. [N 62, 8; MW] II-7
pasmodel maatkleed: mǭtklęjt (Weert) Kledingstuk dat tot model dient voor een ander kledingstuk of naar grondpatroon uitgevoerd model in dunne katoen, bedoeld als hulpmiddel voor het controleren van de pasvorm (Het Beste Naaiboek, pag. 496). [N 62, 5] II-7