e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Weert

Overzicht

Gevonden: 7826
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bevertjes rijertje: mv.  ri-jjerkes (Weert) trilgras III-4-3
bewaarplaats van bieten en groenvoer in de stal voerij: [voerij] (Weert) De plaats in de stal waar bieten en groenvoeder worden bewaard voor direct gebruik. De grote voorraad bevindt zich buiten de stal. De in de stal bewaarde hoeveelheid is voldoende voor enkele keren voederen. Sommige woordtypen benoemen niet een specifieke opslagplaats voor bieten en groenvoeder, maar duiden in het algemeen de ruimte aan waarin men dit voeder opslaat. Zie voor de fonetische documentatie van de woorden (voerhuis), (voederij), (voerij) en (voerderij) het lemma "voorstal, voedergang" (2.2.5). [N 5A, 34c] I-6
bewerkelijk (zijn) bewerkelijk: bewerkeluk (Weert) niet eenvoudig wat de bewerking betreft, veel tijd eisend [ruizig] [N 85 (1981)] III-1-4
bewieroken wieroken: wierouke (Weert, ... ) Wieroken, bewieroken [wiereke?]. [N 96B (1989)] III-3-3
bewolking wolken: wolleke (Weert) bewolking, zwerk, wolkendek [schoft] [N 22 (1963)] III-4-4
bewolkte lucht overlopen lucht: oeverloupe locht (Weert, ... ) bewolkt [ZND 32 (1939)] III-4-4
bezadigd gemoedereerd: gemodenierdj (Weert), kalm: kallem (Weert), ook materiaal znd 21, 18  kalleme (Weert) bezadigd [ZND 01 (1922)] || zeer kalm [bezadigd, bedaard, gemoedereerd] [N 85 (1981)] III-1-4
bezem bezem: besems (Weert), bēsəm (Weert, ... ), bēəsəm (Weert, ... ), biəsəm (Weert) bezem [RND], [SGV (1914)], [ZND 01 (1922)], [ZND 21 (1936)] || bezem (soorten) [DC 15 (1947)] III-2-1
bezemsteel steel: stīəl (Weert) bezemsteel [RND] III-2-1
bezet, kim kim: kem (Weert) Extra stevige rand aan de onderzijde van de mand, die uit drie tot vijf bezetwissen wordt vervaardigd. Zie ook het lemma ɛbezetwisɛ.' [N 40, 59] II-12