e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Weert

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
profeet profeet: perfieet (Weert), profieet (Weert) Een profeet [profieët]. [N 96D (1989)] III-3-3
profielbalken gewelfbalkjes: gǝwø̜lfs˱bɛlǝkskǝs (Weert), poutrelles: pǝtrɛls (Weert) IJzeren profielijzers, vaak met I-vormige doorsnede, die worden gebruikt bij het vervaardigen van een troggewelf. Zie ook afb. 33. D.i.n. in het woordtype 'd.i.n.-balken' is een afkorting van ø̄deutsche Industrienormø̄. [N 32, 20b; monogr.] II-9
profielen profielen: profilǝ (Weert) Gladde, rechte houten balkjes met een lengte van ongeveer 1,80 cm en een doorsnede van 7,5 x 7,5 cm, die verticaal op de hoeken van het metselwerk worden geplaatst. Zij worden gebruikt om het loodrecht opmetselen van de muren te bevorderen. Zie ook afb. 28. [N 31, 7a; monogr.] II-9
profiteren profiteren: proffetiere (Weert) een goed, nuttig gebruik maken, voordeel trekken van een gelegenheid [blaaien, profiteren, luizen] [N 85 (1981)] III-1-4
pronken opscheppen: opschöppe (Weert), prijken: prieeke (Weert), pronken: pronke (Weert) in het oog lopend opgeschikt, in het openbaar zich voordoen, pralen [pronken, prijken, spiegelen, pralen] [N 86 (1981)] III-1-3
pronkveer op een hoed veer: vèr (Weert), véér (Weert) pronkveer op een hoed [N 25 (1964)] III-1-3
proosten aanstoten: aanstoeete (Weert), klinken: kléénke (Weert) proosten; Hoe noemt U: De glazen tegen elkaar aanstoten als teken dat men elkaar veel goeds toewenst (knutsen, klinken, proosten) [N 80 (1980)] III-2-3
prop prop: prop (Weert) een bal van samendrukbaar materiaal, bijv. papier [dompel, bol, prop] [N 91 (1982)] III-3-1
propolis hars: hars (Weert) Harsachtige stof waarmee de werkbijen alle openingen en naden van hun woning dichtkitten tegen tocht, kou en waterdamp. De propolis wordt ook gebruikt om te effenen en raten te versterken. De werksters halen deze stof uit bloemknoppen en harsdruppels van naaldbomen. Zelfs verf, teer of asfalt kunnen er de grondstof voor zijn. [N 63, 53a, N 63, 53b; Ge 37, 141; monogr.] II-6
proppenschieter klapbuis: Sub kraakepiêp. [Met afbeelding].  klapbuis (Weert), knalbuis: knalbuis (Weert), kraakbuis: kraakbuis (Weert), krakebuis: krakebuis (Weert), krakebèùjs (Weert), /  kraakebuis (Weert), Sub kraakepiêp. [Met afbeelding].  kraakebuis (Weert), krakepijp: /  kraakepiêp (Weert), [Met afbeelding]. Ook: kraakebuis/klapbuis.  kraakepiêp (Weert), proppenschieter: proppeschee.ter (Weert), proppescheeter (Weert, ... ), schietbuis: schêêtbèùjs (Weert) / [SND (2006)] || Klakkebus (speelgoed gemaakt van vlierehout om proppen mee weg te schieten) [knaptoet, kraaktuut, proppesjeeter, klambös]. [N 06 (1960)] || proppenschieter [SND (2006)] || Proppenschieter. III-3-2