e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Weert

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ravotten fongsten: [sub Aanvullingen].  fóngste (Weert), ravotsen: ravotse (Weert), revotse (Weert), wuilessen: Ook: wuistere.  wuilese (Weert), wuisteren: Sub wuilese.  wuistere (Weert) Ravotten, stoeien. || Ravotten. || Stoeien, rommelen. || Voor de grap met elkaar worstelen, ravotten, gezegd van kinderen [riepen, riepzakken, raggen, balkuinen, stoeien]. [N 88 (1982)] III-3-2
razen en gevaarlijk sakkeren: sakkere (Weert) razen III-1-4
razen en tieren razen: roaze (Weert), tekeergaan: te kier goan (Weert) luidruchtig uiting geven aan woede [razen, tieren, tekeergaan, tobben] [N 85 (1981)] III-1-4
razend van woede door het dolle: doer ⁄t dölle (Weert), razend: roazendj (Weert) razend van woede, zeer woedend [dol, dul] [N 85 (1981)] III-1-4
recht uit de richting van de losplaats aankomen uit de goede hoek: oet de goojen hook (Weert) Hoe zegt men: het aankomen van de duif: recht uit de richting van de losplaats? [N 93 (1983)] III-3-2
recht vooruitstoten met de armen stoten: stoëte (Weert), stuiken: stoeeke (Weert), stoeke (Weert) stoten: met de armen recht vooruit stoten [stuike] [N 10 (1961)] III-1-2
rechte stand overeind: uǝvǝrent (Weert  [(korte duur of bevestiging tegen storm)]  ), ruststand: ruststand (Weert) De stand van de roeden als een recht kruis. Zie ook afb. 2. In l 164, l 211 en l 316 was de molen in zoɛn geval na gedane arbeid in rust. Bovendien kon men er in l 316 aan zien dat de molenaar thuis was: dǝ mø̜ldǝr is tus. In het lemma is tussen ronde haken achter de plaatscode opgenomen, welke betekenis de ɛrechte standɛ in de betreffende plaats had.' [N O, 8b] II-3
rechte, vormeloze benen latten: latte (Weert, ... ), rechte benen: rechte bein (Weert), stelten: stelte (Weert), stokken: stekke (Weert) benen: rechte, vormloze benen [mok-, motbeene] [N 10 (1961)] III-1-1
rechterachterkwartier kwartaal: kwartāl (Weert) Het kwartier van de uier rechts achter. In de vraagstelling stond erbij wat betreft de positie van de kwartieren "van achteren gezien". [N 3A, 116d] I-11
rechterkant van het paard buitenhand: butǝhant (Weert) Tegenovergestelde kant van de plaats waar de voerman gaat. [N 8, 9 en 10] I-9