e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Weert

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
retraite retraite (fr.): retraet (Weert), retrait (Weert) Enige dagen van geestelijke afzondering en gebed in een klooster of een daarvoor bestemd huis [retraite?]. [N 96B (1989)] III-3-3
retraitehuis retraitehuis: retraetehoees (Weert), retraitehoees (Weert) Een huis of inrichting waar retraites worden gehouden, retraitehuis. [N 96B (1989)] III-3-3
reumatiek reumatiek: rummetiek (Weert) Reumatiek: aandoening van spieren en gewrichten met veel pijn (flerecijn, rumatis, vliegende vaan, rimmetiek, krimmetiek). [N 84 (1981)] III-1-2
reuzel veer: vērǝ (Weert), %%meervoud%%  vē̜rǝ (Weert) Bladvet, vetweefsel tegen de achtervlakte van de buik bij varkens. Het zijn twee platen vet. Men hangt ze op een stok te drogen (P 107a) en vervolgens worden ze in vierkante stukjes gesneden. Algemeen gebruik is dat deze vierkante stukjes worden gebraden tot "kaantjes". Het vet dat na het uitbakken overblijft, gebruikt men als smeer- of bakvet. [N 28, 75; N 28, 76; monogr.] II-1
reuzel, bladvet veren: Uitsluitend mv.  vaere (Weert), vet: nèt (Weert) ongesmolten bladvormig varkensvet, buikvet || reuzel [SGV (1914)] III-2-3
revers revers: revers (Weert), revers (fr.): revaer (Weert), revèrs (Weert) De omslag van de kraag op de borst. [N 59, 124; N 62, 31d; MW] || Hoe noemt U: de revers? [N 62 (1973)] || revers II-7, III-1-3
rib rib: rub (Weert, ... ), rup (Weert) rib [SGV (1914)] || rib, ribben [N 10 (1961)] III-1-1
ribbel ribbeltje: ribbelke (Weert), rimpeltje: rumpelke (Weert) een smalle, langwerpige verhoging aan een voorwerp [ribbel, ril, reef, rif] [N 91 (1982)] III-4-4
ribben in stukken delen uitkappen: ūtkapǝ (Weert) [N 28, 104; N 28, 106a; monogr.] II-1
ribfluweel, manchester, koordmanchester manchester: mɛnšɛstǝr (Weert) Zwaar geribd of glad katoenfluweel voor werkkleding. [N 62, 94; N 59, 201; MW; monogr.] II-7