28655 |
ruwe honing |
bijenvoer:
bi-jǝvōr (L289p Weert)
|
Raat, broed, stuifmeel en honing vormen tezamen ruwe honing. Deze wordt wel eens als voer voor de bijen gebruikt. [N 63, 115d]
II-6
|
29731 |
ruwe stenen |
zonnebakkers:
zonǝbɛkǝrs (L289p Weert),
zǫnǝbɛkǝrs (L289p Weert)
|
In de zon gedroogde, maar nog niet gebakken stenen. In de zon gedroogde stenen werden soms gebruikt voor binnenmuren. Voorwaarde was dat ze niet met water in aanraking kwamen. Volgens de invuller uit Q 83 waren de stenen voldoende gedroogd, wanneer zij wit uitsloegen. Men zei dan: de stenen zijn wit (d\ stēn zen wet). [N 30, 53c; N 98, 107; N 98, 164; monogr.; S 37 add.; N 31, 14 add.]
II-8
|
21292 |
ruzie |
herrie:
herrie (L289p Weert),
ruzing:
ruzing (L289p Weert)
|
een luidruchtige woordenstrijd, onenigheid die door praten of schreeuwen tot uitdrukking komt [ruzie, ravelleke, poepelderij, kadij, twist, ruzing, kerwel, actie, piekenpoek] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
21291 |
ruzie maken |
herrie maken:
herrie make (L289p Weert),
ruzing maken:
ruzing make (L289p Weert)
|
ruzie maken [kakelen, puken] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
21081 |
sabbelen |
lebberen:
Zit toch neet d¯n hieëlen aovuntj limmenaat te lebbere
lebbere (L289p Weert),
sabberen:
sabberen (L289p Weert),
zabbere (L289p Weert),
zabberen (L289p Weert),
Verklw. e zabbertje: een snoepje
zabbere (L289p Weert),
zeveren:
seiveren (L289p Weert),
zuiken:
zoeëke (L289p Weert)
|
drinken, sabbelen || sabbelen, bijv. op een grassprietje [sebbele, zabbere, zeewere] [N 10 (1961)] || sabbelen, op snoep zuigen
III-2-3
|
23423 |
sacramentsaltaar |
sacramentsaltaar:
sakrementsaltaor (L289p Weert, ...
L289p Weert)
|
Het sacramentsaltaar (in grote kerken), een afzonderlijk altaar waarop zich het tabernakel met de H. Hosties bevindt. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
23812 |
sacramentsdag |
papkermis:
papkerremes (L289p Weert),
sacramentsdag:
sacramentsdaag (L289p Weert),
sakrenentsdaag (L289p Weert)
|
Donderdag na de eerste zondag na Pinksteren, Sacramentsdag [papkêrremes, Vroonlaichnaam]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
23288 |
sacramentsprocessie |
grote processie (<lat.):
groeete percessie (L289p Weert),
sacramentsprocessie (<lat.):
sacramentsprocessie (L289p Weert),
sakrementspresessie (L289p Weert)
|
De processie die op Sacramentsdag wordt gehouden: Sacramentsprocessie, grote processie. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
23321 |
sacristie |
sacristie:
sakkerstij (L289p Weert),
sakkresti-j (L289p Weert),
sakristi-j (L289p Weert)
|
gerfkamer [SGV (1914)] || Het tegen de kerk aangebouwde vertrek of gebouwtje, waar de priester en de dienaren zich voor de dienst gereedmaken [gerfkamer, sakristij, sacristie?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
24372 |
salamander |
ekvis:
eêkvés (L289p Weert),
meerkol:
maerkol (L289p Weert),
salamander:
salamander (L289p Weert, ...
L289p Weert)
|
salamander [DC 07 (1939)] || watersalamander
III-4-2
|