e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Weert

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
stiksteek stiksteek: stekstēk (Weert) Fijne, rechte steek. De stiksteek verbindt twee delen aan elkaar. Hij is een achtersteek, die van boven één steeklengte terug en van onderen steeds twee steeklengtes voorwaarts wordt gestoken. De steken volgen elkaar met onzichtbare tussenruimtes op. Zie afb. 32. [N 59, 54; N 62, 9; N 62, 16a; L 31, 46] II-7
stille omgang stille omgang: stille umgank (Weert, ... ) De Stille Omgang naar Amsterdam. [N 96C (1989)] III-3-3
stille regen zachte regen: zoachte rengel (Weert) stille regen (vooral met sneeuw) [slek] [N 81 (1980)] III-4-4
stilstaan ho: (Weert) Voermansroep om het paard te doen stilstaan. [JG 1b; N 8, 95e en 96; L B 2, 257; L 36, 81e; monogr.] I-10
stinken stinken: stïnke (Weert) Stinken: een vieze reuk van zich geven (stinken, rieken, ruiken, muffen, dassen). [N 84 (1981)] III-1-1
stinkende gouwe wrattenkruid: ± Veldeke  wrattekroeed (Weert) Stinkende gouwe (chelidonium majus 30 tot 90 cm grote, behaarde plant. De bladeren zijn diep ingesneden, soms bijna samengesteld, met grof gekartelde blaadjes, de onderkant is blauwgroen; de bloemen groeien in schermen, met 4 gele kroonbladeren en 2 spo [N 92 (1982)] III-4-3
stobbe strobbel: strobǝl (Weert) Stronk van een gekapte boom die met het wortelstelsel nog in de grond zit. [N 50, 7e; N 75, 87c; A 45, 35; N 16, add.; monogr.] II-12
stoel stoel: stōl (Weert, ... ) stoel [SGV (1914)] III-2-1
stoelen op het priesterkoor koorstoelen: koeersteul (Weert), koerstool (Weert) De stoelen op het priesterkoor [koeërsjteul?]. [N 96A (1989)] III-3-3
stoelpoot stumper: stø.mpər (Weert) poot van stoel III-2-1