e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Weert

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
tabakssap smork: smōrrek (Weert) Hoe noemt U: Vuil water in een pijp (smierk, nerrik) [N 80 (1980)] III-2-3
tabernakel tabernakel (<lat.): tabernakel (Weert), tebernakel (Weert) Het tabernakel, het rijkversierd kastje (op het hoofdaltaar of op het sacra-mentsaltaar), waarin het Allerheiligste bewaard wordt. [N 96A (1989)] III-3-3
tafel tafel: taofel (Weert, ... ), tōͅfəl (Weert, ... ) de tafel afvagen [ZND 32 (1939)] || een houten tafel [Roukens 12 (1937)] || een schoon tafel krassen (met een spijker, enz.) [ZND 28 (1938)] || tafel [SGV (1914)] III-2-1
tafelbroeder; niet te gebruiken tafelbroer: toafelbroor (Weert) tafelbroeder [DC 05 (1937)] III-2-2
tafelgebed beden voor en na het eten: baeje vuur en noa et aete (Weert), tafelgebed: taofelgebed (Weert) Het tafelgebed vóór en na het eten. [N 96B (1989)] III-3-3
tafelkleed tafellaken: tōͅfəllākə (Weert) tafelkleed III-2-1
tafelment tafelment: tǭfǝlmę.nt (Weert) Horizontaal samenstel van platen en balken waarmee de hoekstijlen van een achtkant op diverse hoogtes worden verbonden. Zie ook afb. 34. [N O, 58e] II-3
tafelmes tafelmes: taofelmes (Weert), toafelmes (Weert) mes dat men aan tafel gebruikt [N 20 (zj)] III-2-1
tafelzuster; niet te gebruiken tafelzuster: toafelzöster (Weert) tafelzuster [DC 05 (1937)] III-2-2
tak (alg.) tak: tak (Weert, ... ) dikke tak [DC 25 (1954)] || tak [SGV (1914)] III-4-3