id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
30773 | vensterglas | glas: glās (Weert), ruit: rū.t (Weert) | Het voor glasruiten meest gebruikte materiaal. Vensterglas is leverbaar in drie diktes: enkeldik: 1,5 √† 2 mm, dubbeldik: 3 √† 4 mm en tripel 4 √† 8 mm dik. [N 67, 89b; monogr.; Vld.] II-9 |
30332 | vensterluiken | blinden: ble.ndjǝ (Weert), luiken: lū.kǝ (Weert), vensters: ve.nstǝrs (Weert [(gewoonlijk met een hartvormig uitgezaagde opening waardoor licht viel)] ) | Zie kaarten. De houten panelen die draaiend aan de buitenkant van het huis aan beide zijden van het raam zijn aangebracht. Er bestaan ook losse vensterluiken die 's avonds voor het raam worden geplaatst en 's morgens weer verwijderd worden. Zie voor het woordtype 'vensters' ook Van Keirsbilck I pag. 466 s.v. 'venster': ø̄Ook dikwijls gebruikt in den zin van een beweeglijk luik vóór een venster, aan den buitenkant.ø̄ [N 55, 65a; A 23, 18a; A 46, 11a; L 1 a-m; L 32, 75b; L 1u, 17; L B1, 155; L A2, 409; rnd 49 add.; monogr.; Vld.] II-9 |
29898 | ventilatiepan | ventilatiepan: ventilatiepan (Weert [(modern)] ), vɛntilāsipan (Weert) | Dakpan met een ventilatie-opening. Een dergelijke opening werd in Q 202 een loftlok (loflǭk) genoemd. [N 32, 45a] II-8 |
33671 | venweide | natte wei: nātǝ węi̯ (Weert) | Weiland aan of rondom een ven. [N 27, 23c] I-8 |
25074 | veranderen | veranderen: verangere (Weert) | anders maken [anderen, veranderen] [N 91 (1982)] III-4-4 |
17914 | verbergen | verbergen: verberrege (Weert) | verbergen [ZND 25 (1937)] III-1-2 |
29894 | verbeterde pan | sluitpan: slūtpan (Weert), tuile-tje: tȳlkǝ (Weert [(id)] ) | Algemene benaming voor een dakpan die voorzien is van zijsluitingen. Volgens de invuller uit Q 95 was de verbeterde dakpan geribbeld (g\røb\lt) van vorm. In L 360 was de pan voorzien van een sluiting (sløjte!), in Q 3 van een dobbelsluiting (dǫb\lslǫwte!). [N 32, 44b; monogr.] II-8 |
21433 | verbeuzelen | verzaniken: verzanikke (Weert) | zijn tijd met praten verbeuzelen [lameren] [N 87 (1981)] III-3-1 |
18159 | verbinden van een wonde | verbinden: verbi.nge (Weert) | verbinden: Een wond verbinden (banden, verbinden, zwachtelen). [N 84 (1981)] III-1-2 |
34575 | verbindingspennen | deuvels: dȳvǝls (Weert), gudpin (enkelv.): gø̜tpen (Weert) | De houten of ijzeren pennen die de vergaringen met elkaar verbinden. [N 17, 66; N G, 45d] I-13 |