30058 |
versnijding |
versnijding:
vǝrsnijeŋ (L289p Weert)
|
Elk van de trapsgewijze versmallingen in het metselwerk van een fundament. [N 31, 2a; monogr.]
II-9
|
18797 |
verstand |
geest:
geist (L289p Weert),
verstand:
versta‧nd (L289p Weert),
verstânt (L289p Weert)
|
het vermogen goed, helder te denken [verstand, bewijs, bewoud, vernuft] [N 85 (1981)] || verstand
III-1-4
|
19179 |
verstandig |
goed bij:
good bi-j zeen (L289p Weert),
slim:
slu‧m (L289p Weert),
verstandig:
verstendjig (L289p Weert),
verständjig (L289p Weert)
|
een goed verstand hebben; zijn verstand goed gebruikend [bezouwig, redelijk, radelijk] [N 85 (1981)] || verstandig
III-1-4
|
17625 |
verstandskies |
oogtand:
ouchtà:nt (L289p Weert),
tand van verstand:
tant van verstant (L289p Weert),
verstandskies:
verstandskies (L289p Weert)
|
verstandskies (oogtand, baktand) [DC 01 (1931)]
III-1-1
|
29941 |
verstekhaak |
verstekhaak:
vǝrstękhǭk (L289p Weert),
vǝrstɛkhǭk (L289p Weert, ...
L289p Weert),
verstekhoek:
vǝrstɛkhōk (L289p Weert)
|
Een winkelhaak waarvan de benen onderling een hoek van 450 vormen. De verstekhaak wordt gebruikt om versteklijnen af te tekenen en om te controleren op haaksheid. Zie ook afb. 104 en het lemma ɛverstekhaakɛ in Wld II.9, pag. 10-11 en Wld II.11, pag. 57.' [N 53, 188; N E, 18a; monogr.] || Haak waarvan de armen een hoek van 450 vormen. De verstekhaak wordt gebruikt om hoeken van 450 af te tekenen. Zie ook het lemma "verstekhaak" in Wld II.9, pag. 10-11 en afb. 77. [N 33, 318e] || Haak waarvan de armen een hoek van 450 vormen. Zie ook afb. 3. [N 30, 13b; monogr.]
II-11, II-12, II-9
|
31536 |
verstelbare moersleutel |
engelse sleutel:
eŋǝlsǝ slȳtǝl (L289p Weert),
tandsleutel:
tantslȳtǝl (L289p Weert)
|
sǝl Q 116; verstelbare sleutel: vǝrštɛlbrǝ šløsǝl Q 121b; ijzeren sleuter: ęjzǝrǝ slø̜jtǝr P 176b; %%B de volgende opgaven betreffen het oudere type Engelse sleutel -- vergelijk afbeelding 199a-d%% engelse sleutel: e' [N 33, 300a; N 33, 300d; N 64, 78b; monogr.]
II-11
|
29112 |
verstellen |
uitstukken:
ūtstø̜kǝ (L289p Weert)
|
Een lap op de scheur in het kledingstuk naaien of het verstellen of oplappen. [N 62, 43a; N 62, 21b; Gi 1.IV, 50; S 36; MW]
II-7
|
28430 |
verstevigingsspijlen |
reutelstekken:
rø̄tǝlstɛkǝ (L289p Weert)
|
Spijlen die door de korf worden gestoken ter versteviging en ondersteuning van de ratenbouw. Enkele stroringen onder de kop steekt de imker een stuk of drie spijlen loodrecht op de kopspijlen en een stuk lager weer een drietal, terwijl enkele ringen boven de onderkant nog eens een paar spijlen komen. De spijlen zijn doorgaans van sporkehout of de vuilboom gemaakt maar er zijn er ook van wilge-, esse-, populiere-, beuke- en notehout. [N 63, 6b; N 63, 5e; N 63, 6c; Ge 37,14]
II-6
|
22349 |
verstoppertje spelen |
bergemuisje doen:
bergemuuske doon (L289p Weert),
Ook: stok doon.
ber`gemuuske [doon} (L289p Weert),
Sub stok doon.
bergemuuske doon (L289p Weert),
bergemuisje spelen:
Bergemuuske spelen heet elders: verstekenspelen, piepmuuske spelen, enz.
bergemuuske spelen (L289p Weert),
stok doen:
stok doon (L289p Weert, ...
L289p Weert),
ook: bergemuuske doon
stok doon (L289p Weert),
Ook: bergemuuske doon.
stok doon (L289p Weert),
Sub ber`gemuuske.
stok doon (L289p Weert)
|
/ [SND (2006)] || Bergemuuske spelen heet elders: verstekenspelen, piepmuuske spelen, enz. || Het spel waarbij alle personen zich verstoppen, behalve één die alle anderen moet zoeken; bij het doel (bijv. een boom) kunnen de verstopten zich afmelden (op dit spel bestaan vele varianten, misschien kunt u die ook vermelden: de naam en hoe het gespeeld [N 88 (1982)] || Lievelingsspel 2. [SND (2006)] || verstoppertje spelen [SND (2006)] || Verstoppertje spelen.
III-3-2
|
18140 |
verstuiken |
verstuiken:
verstøke (L289p Weert),
verstøktj (L289p Weert)
|
verstuiken [SGV (1914)] || verstuikt [SGV (1914)]
III-1-2
|