e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Weert

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wilde roos (hondsroos, enz.) papenkul: ± Veldeke  papeköl (Weert) Hondsroos (rosa canina). Tot 3 m hoge struik; de takken zijn overhangend, met grote, gekromde stekels; de bladeren zijn 5- tot 7-tallig; de blaadjes zijn kaal en langwerpig, tevens gezaagd; de bloemen groeien afzonderlijk of enkele bijeen, ze zijn lang ge [N 92 (1982)] III-4-3
wilde tijm tijm: ± WLD  tieem (Weert) Tijm; de blaadjes zijn langwerpig rond en naar achteren omgekruld; wordt in de linnenkast gelegd; ook gebruikt als specerij bij kool, salade en komkommer of in soep gekookt en als geneesmiddel tegen hoest (tamoe, tamus, tijmos, tijmis). [N 82 (1981)] III-4-3
wilde zucht zucht: zucht (Weert) Een zeer sterke zwelling van de uier en omgeving in de laatste tijd van de dracht. Deze wordt veroorzaakt door abnormaal grote hoeveelheden vocht in het onderhuidse bindweefsel van de uier, maar ook van de schaamstreek en soms van de buikstreek tot aan de voorbenen. Zie ook het lemma ''wilde zuch'' in wbd I.3, blz. 463. [N 52, 3; A 48A, 7] I-11
wilg (alg.) gewone wilg: -  gewone wilg (Weert), wijde: -  wiej (Weert), wijdenboom: wi-jjeboûm (Weert), wi‧je(baum) (Weert), -  weejeboum (Weert), weejebuim (Weert), wijdenhout: -  weejehout (Weert) wilg [N 38 (1971)] || wilg (Salix) [DC 28 (1956)] || wilgensoorten [DC 28 (1956)] III-4-3
wilgenkatje katje: kétje (Weert), ± WLD  keje (Weert) De aarachtige bloeiwijze van sommige bomen, katje (kat, katje, poeske, prop, stop, knop). [N 82 (1981)] || katje, vruchtbeginsel ve wilgetak III-4-3
wilgensoorten kruipwilg: is mij wel bekend, maar de naam hoort men bij de bevolking niet  kruipwilg (Weert), treurwilg: -  treurwilg (Weert) wilgensoorten [DC 28 (1956)] III-4-3
wilgenteen wis: ± WLD  wis (Weert) De tak, wijg van een wilg (wis, poot, sliet). [N 82 (1981)] III-4-3
willen willen: wille (Weert) willen III-1-4
wimper oogsplimp: augsplumpe (Weert), ouchsplump (Weert, ... ), òugsplumpə (Weert), wimper: wumper (Weert) ooghaar [DC 01 (1931)] || wimper [DC 01 (1931)] III-1-1
wind poepje: puupke (Weert), scheet: schieët (Weert), veest: vieest (Weert), wind: windj (Weert) Wind: ontsnappende darmgassen, een buikwind (scheet, veest, poepje, wind). [N 84 (1981)] III-1-1