e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q278p plaats=Welkenraedt

Overzicht

Gevonden: 1023
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
koken (intr.) koken: kaowchə (Welkenraedt), kawxə (Welkenraedt), koeke (Welkenraedt) koken [RND], [ZND 04 (1924)] III-2-3
komen komen: kaomə (Welkenraedt) komen [RND] III-1-2
konijn konijn: (mv.)  kning (Welkenraedt), ook ondergebracht mat. van ZND01, u-130  knīn (Welkenraedt) konijn [Heem 11.4 (1967)], [ZND 01 (1922)] III-2-1
koning koning: kønəŋ (Welkenraedt) koning [RND] III-3-1
kookkachel, fornuis haard: heͅi̯t (Welkenraedt) de vierkante kookkachel, met twee of vier ovens van voren [ZND 23 (1937)] III-2-1
kooppenning godsalder: goͅtshaldər (Welkenraedt) Hoe noemt men bij u de kooppenning (gegeven als bewijs dat een koop gesloten is)? [ZND 17 (1935)] III-3-1
koorts fieber (du.): fi.əbər (Welkenraedt) koorts [RND] III-1-2
kopje jatte (fr.): zjat (Welkenraedt, ... ), gewone tas  zjat (Welkenraedt), klein formaat  zjejʔ; (Welkenraedt), jatte-tje: klein formaat  zjejkɛ (Welkenraedt), kom: grote ronde tas zonder oor  kom (Welkenraedt), grote tas zonder oor  kom (Welkenraedt) kopje, tas [ZND 28 (1938)] III-2-1
kopjeduikelen een boksprong maken: ne bokspronk maoke (Welkenraedt), over zijn kop bokspringen: över singe kop bok sprenge (Welkenraedt) hij kan over zijn hoofd tuimelen (buitelen), een tuimeling maken [ZND 08 (1925)] III-3-2
korst korst: verzamelfiche, ook materiaal van ZND 01 (a-m vraag 23 a en b zijn samengevoegd.  koewrsch (Welkenraedt), kōͅəš (Welkenraedt) eerste (verse) en laatste (oudbakken) korst van het brood [ZND 02 (1923)] III-2-3