e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Welkenraedt

Overzicht

Gevonden: 1023
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
reeks, rij rij: réj (Welkenraedt), ps. omgespeld volgens Frings.  rij (Welkenraedt) rij [ZND 19A (1936)] III-4-4
regen (alg.) regen: rēn (Welkenraedt) regen [ZND 23 (1937)] III-4-4
regenboog regenboog: rainebog (Welkenraedt, ... ) regenbui [ZND 06 (1924)] III-4-4
regenworm worm: wørm (Welkenraedt) pier, aardworm [ZND 14 (1926)] III-4-2
reis reis: meurge keumt hee weer van de rees treuk (Welkenraedt) Morgen komt hij weer van de reis (terug). [ZND 08 (1925)] III-3-1
reiskoffer valies (<fr.): Karte 365.  valise (Welkenraedt) Reisekoffer III-3-1
rijden rijden: riə (Welkenraedt) rijden [ZND 25 (1937)] III-3-1
rijgen trochelen: troxǝlǝ (Welkenraedt) Het voorlopig verbinden van een of twee delen aan elkaar met de rijgsteek, op tafel of op de hand. [N 59, 52b; N 59, 51a; N 59, 51b; N 62, 6; N 62, 7; L 1a-m; L 1u, 41; L B1, 75; Gi 1.IV, 19; MW; S 7; monogr.] II-7
rijkdom rijkdom: rigdo:m (Welkenraedt) rijkdom [RND] III-3-1
rijp rijp: rīēp (Welkenraedt) rijp [RND] III-2-3