e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Well

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
tong tong: tong (Well), tŏng (Well) tong [DC 01 (1931)] III-1-1
toonbank toon: tēūn (Well) toonbank [SGV (1914)] III-3-1
tornen lossnijden: lossnęjǝ (Well), tornen: tǫrǝ (Well) De naad of steken losmaken en uithalen. [N 62, 22; A 4, 27b; L 20, 27b; Gi 1.IV, 20; MW; S 38] II-7
tortelduif tortel: tortelduif  tortel (Well) tortelduif III-4-1
traag traag: troag (Well) traag [SGV (1914)] III-1-4
trakteren trakteren (<lat.): traktiere (Well) trakteeren [SGV (1914)] III-3-1
trap trap: en smaal trap (Well) trap [een smalle ~ ] [SGV (1914)] III-2-1
trechter trechter: met lengteteken op de a  trächter (Well) trechter [SGV (1914)] III-2-1
treiteren tergen: tärge (Well) sarren [SGV (1914)] III-1-4
trekhaak trekijzer: tre̜k˱īzǝr (Well) Soort van tang die wordt gebruikt bij het aanbrengen van de verhitte wielband rond de velg van een karwiel. De trekhaak bestaat doorgaans uit een metalen staaf van ongeveer 2 meter lengte waarvan één uiteinde plat is uitgesmeed en een weinig is omgebogen. Boven het gebogen uiteinde is een beweegbare haak aangebracht. Zie ook afb. 213. Bij het aanbrengen van de wielband wordt het gebogen uiteinde van de haak tegen de velg geplaatst, waarna de wielband met behulp van de haak rond het wiel getrokken wordt. [N 33, 277] II-11