19038 |
verlegen |
schouw:
schôôw (L213p Well)
|
verlegen [schoow, sjou, bluuj, besjeemt] [N 06 (1960)]
III-1-4
|
31283 |
verlengstuk |
verlengstuk:
vǝrlęŋstøk (L213p Well)
|
Een stuk ijzer dat aan een werkstuk wordt vastgezet om dit laatste bij het smeden gemakkelijker te kunnen hanteren. Doorgaans gebruikt men echter een smeedtang. [N 33, 309]
II-11
|
21393 |
verliezen |
verliezen:
verlīēze (L213p Well, ...
L213p Well)
|
verliezen [SGV (1914)]
III-3-1, III-3-2
|
25098 |
vernielen |
vernielen:
verniele (L213p Well)
|
vernielen [SGV (1914)]
III-4-4
|
19179 |
verstandig |
verstandig:
verstĕndig (L213p Well)
|
verstandig [SGV (1914)]
III-1-4
|
17625 |
verstandskies |
baktand:
baktānd (L213p Well),
oogtand:
oe-egtaand (L213p Well)
|
verstandskies (oogtand, baktand) [DC 01 (1931)]
III-1-1
|
29941 |
verstekhaak |
verstekhaak:
vǝrstękhǭk (L213p Well)
|
Haak waarvan de armen een hoek van 450 vormen. De verstekhaak wordt gebruikt om hoeken van 450 af te tekenen. Zie ook het lemma "verstekhaak" in Wld II.9, pag. 10-11 en afb. 77. [N 33, 318e]
II-11
|
31536 |
verstelbare moersleutel |
engelse sleutel:
ęŋǝlsǝ slø̜tǝl (L213p Well)
|
sǝl Q 116; verstelbare sleutel: vǝrštɛlbrǝ šløsǝl Q 121b; ijzeren sleuter: ęjzǝrǝ slø̜jtǝr P 176b; %%B de volgende opgaven betreffen het oudere type Engelse sleutel -- vergelijk afbeelding 199a-d%% engelse sleutel: e' [N 33, 300a; N 33, 300d; N 64, 78b; monogr.]
II-11
|
29112 |
verstellen |
stukken:
støkǝ (L213p Well)
|
Een lap op de scheur in het kledingstuk naaien of het verstellen of oplappen. [N 62, 43a; N 62, 21b; Gi 1.IV, 50; S 36; MW]
II-7
|
22349 |
verstoppertje spelen |
verstoppertje spelen:
verstöpperke speule (L213p Well)
|
schuilevinkje spelen [SGV (1914)]
III-3-2
|