e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Wellen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kaart met prentje mannetje: menneke (Wellen) een kaart met een prentje erop [beeld, pop, prentje] [N 112 (2006)] III-3-2
kaarten (ww.) tuisen: tèusse (Wellen, ... ), tö:əsə (Wellen), /  teusse (Wellen), Kaartspelen.  tèusse (Wellen) / [SND (2006)] || kaarten [RND] || Kaarten (werkwoord). || Kaartspelen (ww.) [ZND m] || Tuischen, vertuischen. (Gebruikt men deze woorden en in welke beteekenis: ruilen, verkoopen, schacheren, kaartspelen, enz.?) [ZND 08 (1925)] III-3-2
kaarten voor geld tuisen: tuise (Wellen) kaartspelen voor geld [tuisen] [N 112 (2006)] III-3-2
kaas kaas: kĭĕ-is (Wellen) kaas [RND] III-2-3
kaasjeskruid malf: maolef (Wellen) maluwe, malva [ZND m] III-4-3
kaatsen bet de bal spelen: bɛdə bal tə spi.ilə (Wellen) kaatsen [RND] III-3-2
kaatsen (ballen) ballen: balle (Wellen) met een bal spelen [ballen, bollen, tossen] [N 112 (2006)] III-3-2
kabouter alvermannetje: vroeger  een alvermenneke (Wellen), kabouter: enne kaboueter (Wellen), kabouter (Wellen), ənə kabauwtər (Wellen) Een kabouter (klein mannetje uit de sprookjes). [ZND 27 (1938)] || Kabouter. [ZND 01 (1922)] III-3-3
kachel, stoof stoof: stōf (Wellen, ... ), stoͅu̯f (Wellen, ... ) kachel, stoof [ZND 01 (1922)], [ZND 04 (1924)], [ZND 22 (1936)] III-2-1
kachelzwartsel potlood: pǫtlǫwt (Wellen) In dit lemma zijn de benamingen bijeengebracht voor de verschillende middelen die worden gebruikt om kachels zwart en glanzend te maken. Met potlood, grafiet in poedervorm, kunnen kachels glimmend worden opgepoetst. Kachelpoets en zebrakachelglans zijn poetsmiddelen om kachels mee op te wrijven en te laten glanzen. De steenpek (P 219) was volgens de invuller een soort steenkool die op het verwarmde ijzer gesmeerd werd om dit zwart te maken. [N 33, 313; N 7, 41b; L 5, 60b; monogr.] II-11