22392 |
kaart met prentje |
mannetje:
menneke (Q078p Wellen)
|
een kaart met een prentje erop [beeld, pop, prentje] [N 112 (2006)]
III-3-2
|
22505 |
kaarten (ww.) |
tuisen:
tèusse (Q078p Wellen, ...
Q078p Wellen),
tö:əsə (Q078p Wellen),
/
teusse (Q078p Wellen),
Kaartspelen.
tèusse (Q078p Wellen)
|
/ [SND (2006)] || kaarten [RND] || Kaarten (werkwoord). || Kaartspelen (ww.) [ZND m] || Tuischen, vertuischen. (Gebruikt men deze woorden en in welke beteekenis: ruilen, verkoopen, schacheren, kaartspelen, enz.?) [ZND 08 (1925)]
III-3-2
|
22386 |
kaarten voor geld |
tuisen:
tuise (Q078p Wellen)
|
kaartspelen voor geld [tuisen] [N 112 (2006)]
III-3-2
|
20802 |
kaas |
kaas:
kĭĕ-is (Q078p Wellen)
|
kaas [RND]
III-2-3
|
24833 |
kaasjeskruid |
malf:
maolef (Q078p Wellen)
|
maluwe, malva [ZND m]
III-4-3
|
22622 |
kaatsen |
bet de bal spelen:
bɛdə bal tə spi.ilə (Q078p Wellen)
|
kaatsen [RND]
III-3-2
|
22369 |
kaatsen (ballen) |
ballen:
balle (Q078p Wellen)
|
met een bal spelen [ballen, bollen, tossen] [N 112 (2006)]
III-3-2
|
23212 |
kabouter |
alvermannetje:
vroeger
een alvermenneke (Q078p Wellen),
kabouter:
enne kaboueter (Q078p Wellen),
kabouter (Q078p Wellen),
ənə kabauwtər (Q078p Wellen)
|
Een kabouter (klein mannetje uit de sprookjes). [ZND 27 (1938)] || Kabouter. [ZND 01 (1922)]
III-3-3
|
19751 |
kachel, stoof |
stoof:
stōf (Q078p Wellen, ...
Q078p Wellen),
stoͅu̯f (Q078p Wellen, ...
Q078p Wellen,
Q078p Wellen)
|
kachel, stoof [ZND 01 (1922)], [ZND 04 (1924)], [ZND 22 (1936)]
III-2-1
|
31566 |
kachelzwartsel |
potlood:
pǫtlǫwt (Q078p Wellen)
|
In dit lemma zijn de benamingen bijeengebracht voor de verschillende middelen die worden gebruikt om kachels zwart en glanzend te maken. Met potlood, grafiet in poedervorm, kunnen kachels glimmend worden opgepoetst. Kachelpoets en zebrakachelglans zijn poetsmiddelen om kachels mee op te wrijven en te laten glanzen. De steenpek (P 219) was volgens de invuller een soort steenkool die op het verwarmde ijzer gesmeerd werd om dit zwart te maken. [N 33, 313; N 7, 41b; L 5, 60b; monogr.]
II-11
|