e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Wellen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kast kast: ka͂s (Wellen, ... ), schap: sxōͅp (Wellen, ... ) kast [ZND 01 (1922)] || Leg die broden op de kast [ZND 05 (1924)] III-2-1
kat kat: kát (Wellen) kat [Goossens 1b (1960)] III-2-1
katapult flits: flits (Wellen, ... ) Hoe noemt men het speeltuig, bestaande uit een gevorkt takje, aan de uiteinden waarvan een elastiekje is vastgemaakt en waarmee jongens steentjes wegschieten? [Lk 01 (1953)] III-3-2
katholiek kadodder: scheldnaam  kadodder (Wellen), kalot (<fr.): scheldnaam  kalot (Wellen), katholiek (<fr.): enne katholiek (Wellen), kattoliek (Wellen), ənə kətəlik (Wellen), krienekraan: scheldnaam  krienekraân (Wellen) Een katholiek: bestaat er een scheldnaam (vooral in verkiezingstijd gebezigd)? [ZND 27 (1938)] || Katholiek. [ZND 01 (1922)] III-3-3
katoen katoen: katǫwǝn (Wellen), kǝtøwǝn (Wellen) Uit katoendraden geweven stof. Leverancier van de katoendraad is een kruid-, struik- of boomachtige plant ø̄voor het grootste deel verbouwd in Noord-Amerika, Zuid-Amerika, Egypte (macco of mako), Oost-Indië, China, Ethiopië en Ruslandø̄ (Bonthond, s.v. ø̄katoenø̄). [N 62, 85; N 62, 77; N 62, 75c; N 59, 201; MW; L 1a-m; L 27, 73; L 41, 40a; S 17; monogr.] II-7
kauw kerkkraai: kèrkkrèe (Wellen), kotkraai: vdBerg; omgesp.  kuətkrɛi̯ə (Wellen), torenkraai: tooankrèë (Wellen) kauw (33 overal bekend; grijze nek en lichte ogen, rest zwart; broedt in gebouwen, schoorstenen en holle bomen; meestal in troepen; druk; roep [kja]; vaak tam gehouden [N 09 (1961)] || kerkkauw [ZND 01 (1922)], [ZND 27 (1938)] III-4-1
kauwen knabbelen: verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m  knabbele (Wellen) kauwen [ZND 01u (1924)] III-2-3
kazuifel kazuifel: eu als in beurre  ènne kasseufel (Wellen) Een kazuifel (misgewaad; de uitspraak juist weergeven). [ZND 36 (1941)] III-3-3
keel keel: kiǝl (Wellen), strot: struǝ.t (Wellen) Zie afbeelding 2.16. [JG 1a, 1b; N 8, 29] I-9
keel, strot strot: strou-t (Wellen), stru.ət (Wellen) Pak hem bij zijn strot (keel). [ZND 07 (1924)] || strot [RND] III-1-1