e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Wellen

Overzicht

Gevonden: 4045
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bankbiljet bankbiljetje: ps. omgespeld volgens Frings.  bāŋkbleͅtšə (Wellen), briefje: ps. omgespeld volgens Frings.  brefkə (Wellen) bankbiljet, banknoot, een ~ [briefke?] [N 21 (1963)] III-3-1
barensweeën pijnen: peene (Wellen) Barenswee: periodieke pijnen die voorafgaan aan het baren (poos). [N 115 (2003)] III-2-2
baret baret (<fr.): Mil.  bərɛt (Wellen) barette: barette III-1-3
barrevoets barrevoets: baerəvuits (Wellen), berrevoets (Wellen), barvoets: berrvoets (Wellen) barrevoets [ZND 01 (1922)], [ZND 19 (1936)] || blootvoets [RND] III-1-3
bascule bascule: baskyl (Wellen), graan, kolen, meel of varkens enz. te wegen  bəskyl (Wellen) Weeginstrument met vaste vloer (bascule). [N 18 (1962)] III-3-1
bebroed bevrucht ei bebroed (bijvgl. nmw.): bǝbrui̯t (Wellen), bebroed ei: bǝbryt ęi̯ǝ (Wellen) [N 19, 54c] I-12
bebroed onbevrucht ei rot ei: rǫt ęi̯ (Wellen) [N 19, 54b] I-12
bed bed: bet (Wellen) bed [RND] III-2-1
beddenbak, ressortbak ledikant: leͅdəkānt (Wellen) Houten gedeelte van een bed (Nederl. ledikant; Fr. bois du lit) [ZND 02 (1923)] III-2-1
beddenlaken laken: lōͅkə(n) (Wellen) Een laken (op een bed) [ZND 34 (1940)] III-2-1