e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Wellen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lichte overjas demi-saison (fr.): dəmisəzo͂ (Wellen) demi-saison: demi-saison III-1-3
lichten laten zakken: luǝtǝ zakǝ (Wellen), lichten: līxtǝ (Wellen) De molenstenen met behulp van de licht dichter bij elkaar of verder van elkaar brengen. Van een aantal opgaven is het onduidelijk of ze intransitief gebruikt worden dan wel een bepaalde term tot object hebben. Voor zover door de respondenten opgegeven, is in het woordtype het object tussen ronde haken vermeld. Het lemma is onderverdeeld in drie groepen. Het materiaal dat onder a) bijeen is geplaatst, bevat algemene benamingen voor lichten. In b) en c) zijn specifieke benamingen voor respectievelijk het verder uit elkaar brengen en het dichter bijeenbrengen van de molenstenen geplaatst. [N O, 23n; N O, 23o; Vds 107; Vds 108; Jan 140; Jan 149; Jan 150; Coe 121; Coe 122; Coe 123; Grof 143; Grof 144] II-3
lichtgeraakt, kregel gauw geraakt: ook materiaal znd 28, 49  gauw gerâôkt (Wellen), kort van stof: ook materiaal znd 28, 49  kot va stōōf (Wellen), krikkel: ook materiaal znd 28, 49  krie-kel (Wellen), kriekel (Wellen), krikkeltig: ook materiaal znd 28, 49  kriekelè-ttig (Wellen) kregel [ZND 01 (1922)] III-1-4
lid van een vereniging lid: e lid van ’n societèt (Wellen), lid (Wellen) Lid van een vereniging. [ZND 37 (1941)] III-3-1
lidmaat, ledematen armen en benen: erm en bein (Wellen) Ledematen (leden, armen en benen). [N 109 (2001)] III-1-1
lied, liedje lied: lit (Wellen), liedje: lee(ii)tsje (Wellen), lietje (Wellen, ... ), litsjə (Wellen), altijd verkleind; lied is niet bekend  lietje (Wellen) Een lied, een liedje. [ZND 30 (1939)] || Lied (enk. en mv.). [ZND 01 (1922)] || Lied: het feest verliep, zonder dat er een lied werd gezongen. [ZND 46 (1946)] || liedje [GTRP (1980-1995)], [RND] III-3-2
liederen (mv.) liedjes: lietjes (Wellen, ... ) Lied (enk. en mv.). [ZND 01 (1922)] || Liederen. [ZND 01 (1922)] III-3-2
liefde liefde: lifde (Wellen) Liefde. [ZND 01 (1922)] III-3-1
liegen liegen: liege (Wellen, ... ), ligə (Wellen) liegen [ZND 01 (1922)], [ZND 25 (1937)] III-3-1
lies lies: les (Wellen, ... ), lis (Wellen), vouw: vaae van t been (Wellen) de lies (plooi van de dij) [ZND 30 (1939)] || De twee huidplooien die de grens vormen tussen het onderste gedeelte van de buik en het bovenste gedeelte van het been. Zie afbeelding 2.28. [JG lb; N 8, 32.10] || Het vel of vlies rond een windei. [JG 1b, 1c, 2c] || lies (v.h. been, Fr. aine) [ZND 01 (1922)] I-12, I-9, III-1-1