e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Wellen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
plooien plooien: plōjǝn (Wellen) [N 62, 12b; N 62, 12a; L A2, 379; MW; monogr.] II-7
pofbroek culotte (fr.): kəlot (Wellen) culotte: pofbroek III-1-3
poffen op de pof kopen: ps. omgespeld volgens Frings.  oͅp də puf koͅpə (Wellen), oͅp də puf koͅu̯pə (Wellen), op krediet kopen: ps. omgespeld volgens Frings.  oͅp krədit koͅpə (Wellen), oͅp krədit koͅu̯pə (Wellen), poffen: ps. omgespeld volgens Frings.  pufə (Wellen) afbetaling, Op ~, op de pof kopen [poffen?] [N 21 (1963)] III-3-1
poken keuteren: kütteren (Wellen) in de kachel poken [ZND 40 (1942)] III-2-1
polichinelle hansworst: hanswoas (Wellen) Polichinelle. [ZND 05 (1924)] III-3-2
politie gendarmen (<fr.): de schandermen həbben həm gepakt (Wellen), police (fr.): de pelis hèt h’m aongehāe (Wellen), de police hed huum ôëngehage (Wellen) De politie heeft hem aangehouden. [ZND 33 (1940)] III-3-1
politieagent bode: bou-ë (Wellen), op het dorp, van boie  boou (Wellen) Hoe heet &lt;&lt; een politieagent &gt;&gt; ? [ZND 40 (1942)] || Politieagent. [ZND 05 (1924)] III-3-1
pollepel potleper: poͅtløͅpər (Wellen), soeplepel: ook in plaats van ~r  soͅpløpəl (Wellen), soepleper: soͅpløpər (Wellen) lepel, metalen ~; inventarisatie benamingen; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] || pollepel [ZND 04 (1924)] III-2-1
pols pols: pols (Wellen) Een pols: plaats boven het handgewricht [N 106 (2001)] III-1-1
polsmof mouwtje: moukens (Wellen) een polsmof - korte, gebreide stukken, die over de voorarm worden aangetrokken tegen de koude [ZND 34 (1940)] III-1-3