33807 |
pommelee, appelschimmel |
pommelee:
pumǝ`lęi̯ (Q078p Wellen)
|
Paard met ronde, glanzende plekken in de vorm van appels in het haarkleed, van binnen wit en van buiten zwart. De afwisseling van zwarte en witte haren vormt een cirkelvormig patroon, vooral op de schouders en het kruis. [JG 1a, 1b; N 8, 63c, 63d en 63e]
I-9
|
25382 |
pompen |
op en af doen:
ǫp ɛn ǭf dun (Q078p Wellen)
|
Eén van de poten bewegen om zo het bloed beter te laten uitstromen nadat de keel van het dier is doorgesneden. [N 28, 14; monogr.]
II-1
|
33572 |
pompoen |
pronkappel:
broenkappel (Q078p Wellen)
|
[ZND m]
I-7
|
21536 |
ponder |
pondel:
klein3e vrachten te wegen (tot 15 à 16 kg)
pəŋəl (Q078p Wellen),
om kleine voorwerpen te wegen (nu nog gebruikt door de voddenman)
pəŋəl (Q078p Wellen)
|
Weeginstrument met trekveerwerking. [N 18 (1962)]
III-3-1
|
21520 |
ponjaard |
ponjaard (<fr.):
poenjaar (Q078p Wellen)
|
Ponjaard. [ZND 05 (1924)]
III-3-1
|
19474 |
pook |
keuterijzer:
køtərēͅzər (Q078p Wellen)
|
pook (gebogen ijzer om het vuur aan te porren, Fr. tisonnier) [ZND 05 (1924)]
III-2-1
|
19957 |
poort |
poort:
pō.t (Q078p Wellen),
pǭt (Q078p Wellen)
|
Opgenomen zijn de benamingen die de poort in het algemeen. Zie ook de lemmata "stalpoort, staldeur" (2.1.3) en "schuurpoort" (3.1.2). Zie de afbeeldingen 22, (a) ronde poort; 23, (b) rechthoekige poort; en 24, (c) details van de poort. In de toegevoegde klankkaart zijn de lengte van klinker en de gevallen van pseudo-klankverschuiving van de slot-t aangegeven. Zie afbeelding 18. [N 7, 48a; JG 1a, 1b; A 10, 7a en 7b; L A2, 286; L 5, 56; L 12, 5; R (s]
I-6
|
33796 |
poot |
poot:
pő̜u̯t (Q078p Wellen
[(mv pő̜u̯tǝ)]
)
|
Tussen haakjes de meervoudsvorm. [JG 1a, 1b]
I-9
|
33172 |
pootgoed, pootaardappelen |
plantaardappelen:
plānt[aardappelen] (Q078p Wellen)
|
Mooie aardappelen worden apart gehouden om in het volgend seizoen gepoot te worden, als pootaardappelen. Pootaardappelen mogen niet te groot en niet te klein zijnen er mogen veel ogen in zitten. Ze worden op een koele plaats, in de kelder, bewaard. Voor de fonetische documentatie van de woordtypen voor aardappel, zie het lemma Aardappel. [N M, 15; JG 1a; L 40, 55; monogr.; add. uit N M, 22]
I-5
|
34174 |
pootjesblaas |
tweede blaas:
twedǝ blǭǝs (Q078p Wellen),
tweede waterblaas:
twedǝ wętǝrbluǝs (Q078p Wellen)
|
De tweede blaas waarin de voorpoten van het kalf zitten. [N 3A, 52b]
I-11
|