22384 |
speelkaart |
kaart:
eng koht (Q078p Wellen),
tuiskaart:
/
teuiskaarten (Q078p Wellen),
teuskoate (Q078p Wellen)
|
kaart [GTRP (1980-1995)] || kaarten [SND (2006)] || speelkaarten [SND (2006)]
III-3-2
|
26505 |
speelman, klapspaan |
mannetje:
mɛnǝkǝ (Q078p Wellen)
|
Aan het staakijzer bevestigde houten of ijzeren lat of van armen voorziene ijzeren kop waarmee het schoen in schuddende beweging wordt gehouden. In P 55 had de as vier vlakke kanten. In P 58 en Q 83 waren er respectievelijk vier tappen (tapǝ) en vier tanden (tān) of knotsen (knotsǝ) aan de kop bevestigd (Vanderspickken, pag. 112). De wippelaar uit Q 9 bestond uit hout met leer ertegen. [N O, 14n; A 42A, 18; N D, 32; Vds 150; Jan 157; Coe 138; Grof 159]
II-3
|
21480 |
speelplaats |
koer (<fr.):
ku.wər (Q078p Wellen)
|
Cour: Speelplaats van een school.
III-3-1
|
20287 |
speen |
tet:
cf. VD s.v. "tet
tet (Q078p Wellen),
tut:
tut (Q078p Wellen)
|
speen; een gummidop op een zuigfles [speen, fiep, frutter, tutter, toetje, fiepke, frut, stiekse] [N 115 (2003)]
III-2-2
|
34114 |
speen van de koe |
deem:
døm (Q078p Wellen),
tet:
tęt (Q078p Wellen),
tɛt (Q078p Wellen)
|
[N C, 12; JG 1a, 1b; A 30, 6a; L 8, 24b; L 14, 27b; L 49, 6a; monogr.]
I-11
|
20630 |
spek |
spek:
spɛk (Q078p Wellen, ...
Q078p Wellen),
verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m
spek (Q078p Wellen)
|
spek [Goossens 1b (1960)], [ZND 23 (1937)]
III-2-3
|
25457 |
spekhaak |
smeedhaak:
%%meervoud%%
smęjhø̄jǝk (Q078p Wellen)
|
De S-vormige haak waaraan vlees, spek enz. na het lossnijden uit het lijf worden opgehangen. [N 28, 112; monogr.]
II-1
|
22841 |
spel (alg.) |
spel:
speeh(ii)l (Q078p Wellen)
|
spel [GTRP (1980-1995)]
III-3-2
|
18390 |
speld |
spelde:
spɛl (Q078p Wellen)
|
Puntig, van een kop voorzien metalen stiftje om iets in weefsel vast te steken of te bevestigen op of aan iets anders. [N 62, 50a; L 7, 20; L 14, 24; L B1, 73; R 14, 8a; MW; Wi 7; S 34; monogr.]
II-7
|
28970 |
spelden |
vastspangen:
vāsspanǝ (Q078p Wellen)
|
Met spelden stukken kleding of panden aan elkaar vastspelden. [N 59, 74; L 7, 20; S 34]
II-7
|