e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Wellen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
spijkerbroek jeansbroek: jeansbroek (Wellen) Spijkerbroek [spijkerbroek, -boks, jeansbroek, jeans] [N 114 (2002)] III-1-3
spijkeren nagelen: nęxǝlǝ (Wellen) Met een hamer spijkers in het hout slaan. [N 53, 152a-b; L 5, 7; monogr.] II-12
spijkerjas jeanspit: jeanspit (Wellen) Spijkerjasje [spijkerjas, jeansjas, jek] [N 114 (2002)] III-1-3
spijkerpak jeanskostuum: jeanskestum (Wellen) Spijkerpak [spijkerpak, jeanspak, spijkerkostuum, jeanskostuum] [N 114 (2002)] III-1-3
spikken klijen: klē̜ǝ (Wellen) Onder spikken (of het enkelvoud: spik) verstaat men doorgaans een verbijzondering van het begrip "graanafval", namelijk het (onvolgroeide) graan met het kaf er nog omheen, dat dus niet heeft losgelaten bij het dorsen. Deze spikken worden dan als varkensvoer gekookt. Zie ook de toelichting bij het lemma ''graanafval'' (6.1.30). [N 14, 35d; JG 1a, 1b; monogr.] I-4
spil van de berries bout: (mv)  buǝt (Wellen) IJzeren spil waarmee de berries van de slagkar bevestigd zitten aan de draagbomen onder de bak. [N 17, 18; N G, 56c] I-13
spin spin: spen (Wellen) spin [RND] III-4-2
spinnen ronken: ru̞.ŋkə (Wellen), spinnen: spenǝ (Wellen) De handeling die met behulp van een spinnewiel werd verricht. Vooral voor vlas en hennep was het raadzaam de spinvingers nat te houden tijdens het spinnen. Hiervoor had men een klein potje met water aan rokken of wiel hangen (Weyns, pag. 844-845). Soms werden daartoe ook wel kleine, twee-orige kruikjes van ongeveer 7 cm hoog gebruikt, gebakken onder andere te Raeren. [N 34, C; RND 3; Wi 27; S 34; monogr.] || spinnen [Goossens 1b (1960)] II-7, III-2-1
spinnenweb spinnengeweef: spenəgəwiəf (Wellen), spinnegewè-f (Wellen), spinnengeweer: spenəgəwiər (Wellen) spinnenweb [RND], [ZND 07 (1924)] III-4-2
spit geschot: geschoewet (Wellen), geschooet (Wellen) een schietende pijn in de lenden (geschot ?) [ZND 35 (1941)] || Ischias: ontsteking van de heupzenuw, heupjicht (ischias, geschot, steek(te), pleurijs, flerecijn). [N 107 (2001)] III-1-2