e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Wellen

Overzicht

Gevonden: 4045
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bliksem, bliksemflits bliksem: bleksəm (Wellen), bleͅksəm (Wellen), bliksem (Wellen) bliksem [ZND 01 (1922)] || bliksemschicht, bliksemstraal [weerlicht, blidderum] [N 22 (1963)] III-4-4
bliksemen bliksemen: ⁄t bleksəmt (Wellen), vuur slaan: het vuur slŭch (Wellen, ... ), tfy(3)̄r sløx (Wellen), ⁄t vuur slügt (Wellen, ... ) bliksemen [ZND 21 (1936)] || bliksemen met een felle straal [t vuurlicht] [N 22 (1963)] || het bliksemt [ZND 01 (1922)] III-4-4
blindemannetje spelen blinddoek: bleindoek (Wellen) het spel waarbij één van de spelers die de anderen moet vangen geblinddoekt is [kakkemommen, blindemannetje, blindekoe, blindekoekoek] [N 112 (2006)] III-3-2
bloed bloed: bloet (Wellen) bloed [ZND 01 (1922)] III-1-1
bloed roeren pitsen: petsǝ (Wellen) Als het dier gestoken is, vangt men soms het bloed op om dit later in de bloedworst te verwerken. Om te voorkomen dat het bloed stolt, roert men er met de hand wat stro, een houtje of iets dergelijks doorheen. [N 28, 17; monogr.] II-1
bloedaders bloedaderen: blutuu̯ǝrǝ (Wellen), melkaderen: męlǝkǭǝrǝ (Wellen) Aders zichtbaar op de uier. [N 3A, 118c] I-11
bloedgang (het) snoeren: snyrǝ (Wellen), willig snoer: welǝx snuǝr (Wellen) Uitscheiding van een niet bevruchte koe. [N 3A, 31] I-11
bloedworst bloedpens: bloedpe-ns (Wellen), blutpɛ̄.ns (Wellen), pens: pɛ̄.ns (Wellen) bloedworst [Goossens 1b (1960)], [ZND 21 (1936)] III-2-3
bloedzuiger bloedzuiker: bloedzōker (Wellen), echel: echel (Wellen, ... ) bloedzuiger [ZND 01 (1922)], [ZND 33 (1940)] III-4-2
bloei bloei: blø̜̄ǝ (Wellen) Opgaven voor de uitdrukking "in (de) bloei staan"; het zelfstandig naamwoord. [L 32, 76; monogr.] I-4