e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Wellen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
verstek verstek: vǝrstęk (Wellen) Hoekverbinding waarbij de uiteinden van de twee delen onder een hoek van 450 tegen elkaar staan. Daardoor is op de buitenhoek geen kopshout zichtbaar. Zie ook afb. 143. [N 53, 203a; monogr.] II-12
verstekverbinding met vaste pen onzichtbaar verstek: unzix˱bǭr vǝrstęk (Wellen) Houtverbinding, waarbij de delen met behulp van pen en gat aan elkaar bevestigd worden. Zie ook afb. 145. Deze verbinding is steviger dan een gewoon verstek. [N 54, 57a] II-12
verstellen stukken: støkǝ (Wellen) Een lap op de scheur in het kledingstuk naaien of het verstellen of oplappen. [N 62, 43a; N 62, 21b; Gi 1.IV, 50; S 36; MW] II-7
verstoppertje spelen muisjepiep spelen: u of oe?  muskepiep spelen (Wellen), tokken spelen: /  toeke spelen (Wellen), verstekertje spelen: verstekerke spijle (Wellen), /  versteekerke (Wellen), verstekerke spijle (Wellen) / [SND (2006)] || Lievelingsspel 4. [SND (2006)] || Schuilevinkje spelen (verbergspel). [ZND m] || verstoppertje spelen [SND (2006)] III-3-2
verstopte speen lamme deem: lǭm døm (Wellen), lamme tet: lǭm tęt (Wellen) Speen waaruit wegens verstopping geen melk komt. [N 3A, 67a] I-11
verstuiken verstuiken: verstokt (Wellen) ik heb mijn voet verstuikt [ZND 08 (1925)] III-1-2
vertellen vertellen: ən gəschiedənis vərtèllə (Wellen) Een geschiedenis vertellen [ZND 24 1937)] III-3-1
vertuieren hertuieren: hɛrtø̄rǝ (Wellen), herzetten: hɛrzętǝ (Wellen) Het verplaatsen van het vee, telkens wanneer een stuk wei is afgegraasd. [L 40, 21b; monogr.] I-11
verval val: va.l (Wellen) Het verschil in hoogte tussen het bovenwater en het onderwater. Volgens Coenen (pag. 39) bedroeg het verval gewoonlijk 1,5 meter. [Vds 24; Jan 89; Coe 41; Grof 73] II-3
vervaldag vervaldag: ps. omgespeld volgens Frings.  vərvaldōͅx (Wellen) betaaldag, jaarlijkse ~ bij de notaris [bamis?] [N 21 (1963)] III-3-1