e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Wellen

Overzicht

Gevonden: 4045
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
boter botter: boatǝr (Wellen), boǝtǝr (Wellen), bǫu̯tǝr (Wellen) Het bovengedreven vet op de melk. Dit is het eindprodukt van het karnen. [N 12, 51, 52, 55, 58 en 61; JG 1a, 1b; L 1a-m; L 1u, 114; L 20, 26b; L 22, 8; L 27, 67 en 69; S 4 en 17; A 4, 26a en 26b; A 7, 19, 21, 22 en 23; A 9, 15b; A 16, 8a; A 28, 7; N 5A (I] I-11
boterham boterham: botterram (Wellen), boͅttorham (Wellen), bötteram (Wellen), verzamelfiche, ook mat. van ZND 3 vraag 9  boterham (Wellen), bŏŭterham (Wellen), bôûtram (Wellen), kant: verzamelfiche, ook mat. van ZND 3 vraag 9  ka-nt (Wellen), kâ-nt (Wellen), kantje: gemener  ke-ntje (Wellen), verzamelfiche, ook mat. van ZND 3 vraag 9  kentje (Wellen), kè-ntje (Wellen), snede: snei-j (Wellen), verzamelfiche, ook mat. van ZND 3 vraag 9  snij (Wellen), snee: gemener  snè (Wellen), verzamelfiche, ook mat. van ZND 3 vraag 9  snēe (Wellen), snij (Wellen), verzamelfiche, ook mat. van ZND 3 vraag 9 (kort)  snêê (Wellen) boterham [ZND 32 (1939)] || hoe noemt men de met boter gesmeerde snee brood [ZND 48 (1954)] || Moeder! Mag ik een boterham [ZND 45 (1946)] || Zijn er andere namen van een boterham, die als platter beschouwd worden? [ZND 32 (1939)] III-2-3
boterham (kinderwoord) boo: verzamelfiche, ook mat. van ZND 3 vraag 9  bow (Wellen), kantje: verzamelfiche, ook mat. van ZND 3 vraag 9  kè-ntje (Wellen), sneetje: verzamelfiche, ook mat. van ZND 3 vraag 9  sneeke (Wellen) Zijn er kinderwoorden voor boterham? [ZND 32 (1939)] III-2-3
boterham met kaas kaaskant: verzamelfiche, ook mat. van ZND 3 vraag 9  kiëskant (Wellen), kaassnee: verzamelfiche, ook mat. van ZND 3 vraag 9  kiëəsnee (Wellen) boterham [ZND 32 (1939)] III-2-3
boterham van wit en zwart brood preekheer: verzamelfiche, ook mat. van ZND 3 vraag 9 (half wit, half zwart)  preekheer (Wellen) boterham [ZND 32 (1939)] III-2-3
boterlepel boterspaan: mv.~s  boͅtərspoͅn (Wellen) lepel, houten ~; inventarisatie benamingen (boterspaan); betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1
boterpot boterkroeg: grote pot om boter te stampen  boͅtərkrux (Wellen) pot, stenen ~; inventarisatie benamingen voor grote ~~ voor bijv. zuurkool e.d., kleinere ~~ voor boter, eieren e.d. (pijppot, timperpot); betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1
botervlootje boterpot: bōətərpoͅt (Wellen), man.  ba(ə)tərpoͅt (Wellen) botervlootje [N 20 (zj)] III-2-1
bottelen aftrekken in flessen: áǝftrękǝ en flęsǝ (Wellen) Het bier in flessen doen. Volgens de respondent uit Q 95 werd dit vroeger niet gedaan. [N 35, 91; monogr.] II-2
botteriken botteriken: bǫtǝrekǝ (Wellen), haletten: ha`lętǝ(n) (Wellen) De ladderachtige constructies die vóór en achter op de hooikar worden geplaatst om de laadcapaciteit te vergroten. Zie de algemene toelichting bij deze paragraaf en afbeelding 16, de foto''s b en c. De term ladders ("ledders" en "leren") wordt zowel voor de botteriken als voor de zijladders gebruikt; zie het lemma ''zijladders van de oude kar''. Het lemma bevat alleen meervouden.' [N 17, 70; JG 1a, 1b, 2a; add. uit N 17, 40 en A 41, 24; monogr.] I-3