e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Wellen

Overzicht

Gevonden: 4045
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
breken, pletten pletteren: plɛtǝrǝ (Wellen) Haver met behulp van de haverpletter bewerken. In dit lemma is geen onderscheid gemaakt tussen enerzijds haver breken en haver pletten. Coenen (pag. 163) merkt over beide begrippen op: ø̄Als de boer de haver grof wenste, dan brak de molenaar ze, haver die gepletterd werd, was fijn.ø̄ [Vds 238; Jan 246; Jan 247; Coe 222; Grof 251] II-3
brem brem: brem (Wellen), bremn (Wellen) brem: lage heester met gele zijstandige bloemen, die in de heide of ok langs spoorbanen groeit; fr. genêt; lat. genista [ZND 32 (1939)] III-4-3
bretel bretel (<fr.): pərdɛl (Wellen), pərtɛl (Wellen), Vroeger zegde men hâ-me, zoals van een paard.  bretel (Wellen), haam: Broekgalg.  hâ-me (Wellen) bretelle: broekdraagband || draagband om een broek op te houden (fr. bretelle) [ZND 35 (1941)], [ZND m] III-1-3
breuk breuk: breuëk (Wellen), bruuek (Wellen), brøek (Wellen) breuk [ZND 01 (1922)] || hij heeft een breuk (in de buik; Fr. hernie) [ZND 22 (1936)] III-1-2
brief brief: bri:əf (Wellen), brieëf, brief (Wellen) brief [RND], [ZND 01 (1922)] III-3-1
briesen briesen: brizǝ (Wellen), pruisen: prǭǝ.sǝ (Wellen) Proestend, snuivend of blazend geluid met neus en lippen maken. [JG 1a, 1b; L 1, a-m; L 22, 21; N 8, 66 en 67; S 5] I-9
broeden, op eieren zitten broeden: brii̯ǝ (Wellen), brui̯ǝ (Wellen), bryi̯ǝ (Wellen) [N 19, 45; N 19, 44d; Vld.; S 5; L 1a-m; L 22, 22; JG 1a, 1b; monogr.] I-12
broedende kip op eieren broedhen: bruthen (Wellen), kloek: kluk (Wellen), kloekhen: klukhen (Wellen) [N 19, 43a; JG 1a, 1b, 2c; L 14, 21; A 6, 1c; S 5; L B2, 320; monogr.] I-12
broeder broeder: bruur (Wellen), bruër (Wellen), bry(3)̄ə (Wellen), hè get nŏŭ de scho-ël bè de broeders (Wellen) Broeder. [ZND 01 (1922)], [ZND 11 (1925)] || Broeder: hij gaat naar school bij de broeders. [ZND 05 (1924)] III-3-3
broeds broedkarig: brutkārex (Wellen) Op de vraag "Wat zegt u tegen "broeds" in uw dialect?" antwoordt een aantal informanten met een omschrijving. Deze antwoorden vindt men terug onder de als werkwoord aangeduide woordtypen. [N 19, 43b; L 22, 22; S 5; monogr.] I-12