33196 |
duwer van de aanaardhandploeg |
boompje:
bømkǝ (Q078p Wellen)
|
Zie de toelichting bij het lemma Aanaardhandploeg. [N 18, 46c]
I-5
|
23229 |
dwaallicht |
vuurman:
vuurman (Q078p Wellen)
|
Dwaallicht (vlammetje boven een moeras, Fr. feu follet). [ZND 05 (1924)]
III-3-3
|
32912 |
dwarsbalk van de hooihark |
kop:
kǫp (Q078p Wellen)
|
De balk van de hooihark waarin de tanden zijn bevestigd; zie afbeelding 11, b. De instabiliteit van de heteroniemen wijst erop dat het begrip amper tot de eigenlijke landbouwterminologie is doorgedrongen. [N 18, 92b]
I-3
|
19330 |
dwarsdrijven |
terwarsdrijven:
terwjās drēve (Q078p Wellen),
warsdrijven:
wjâ-esdrijven (Q078p Wellen)
|
dwarsdrijven [ZND 01 (1922)] || Hij moet altijd dwarsdrijven (anders willen zijn dan anderen). [ZND 23 (1937)]
III-1-4
|
19345 |
dwarsdrijver |
terwarsdrijver:
terwjāsdrèver (Q078p Wellen),
warsdrijver:
wjâ-esdrijver (Q078p Wellen)
|
dwarsdrijver [ZND 01 (1922)] || Wat een dwarsdrijver! [ZND 23 (1937)]
III-1-4
|
18802 |
dwaze streek |
gekke streken:
d⁄as zèn gekke streek (Q078p Wellen),
kinderstreek:
d⁄as èn kengerstreek (Q078p Wellen)
|
Dat is een kinderstreek, dat zijn zotte streken. [ZND 07 (1924)]
III-1-4
|
19504 |
dweil |
huisdoek:
hoasdoek (Q078p Wellen),
hoəsdoek (Q078p Wellen, ...
Q078p Wellen)
|
Hoe heet de doek uit grof linnen waarmee vocht van de vloer wordt opgenomen ? [ZND 48 (1954)]
III-2-1
|
19657 |
dweilen |
opwassen:
opwasse (Q078p Wellen)
|
Hoe noemt u het schoonmaken van stenen of houten vloeren, van stoepen enz. met behulp van water en een grove doek? [N105 (2000)]
III-2-1
|
33217 |
e. bijzondere rieken, naar het gebruiksdoel |
steenriek:
stęi̯nrik (Q078p Wellen)
|
[N 18, 24]
I-5
|
18405 |
eau de cologne |
eau de cologne (fr.):
odeklonj (Q078p Wellen),
Ook reukwerk.
o:dəkluŋ (Q078p Wellen)
|
Eau de cologne. Reukwater, eau de cologne [lodderijn] [N 114 (2002)] || Eau de Cologne: eau de cologne
III-1-3
|