20394 |
echtgenoot |
man:
ma:n (Q078p Wellen)
|
man met wie je getrouwd bent (echtgenoot) [N 102 (1998)]
III-2-2
|
20391 |
echtgenote |
vrouw:
vrouw (Q078p Wellen),
vrôô (Q078p Wellen),
wijf:
wäjf (Q078p Wellen),
wèf (Q078p Wellen)
|
vrouw (echtgenote) [ZND 11 (1925)] || vrouw met wie je getrouwd bent (echtgenote) [N 102 (1998)]
III-2-2
|
18101 |
eczeem |
eczema:
eczeima (Q078p Wellen)
|
Eczeem: jeukende huiduitslag met blaren, roodheid, vochtafscheiding, korsten en schilfers (eczeem, uitslag, (haar)worm). [N 107 (2001)]
III-1-2
|
21313 |
eed |
eed:
eet (Q078p Wellen)
|
eed [ZND 01 (1922)]
III-3-1
|
24436 |
eekhoorn |
eekhoorntje:
ook ZND 02, 008
eekjonkje (Q078p Wellen)
|
eekhoorn [ZND 01 (1922)]
III-4-2
|
18116 |
eelt, eeltknobbel |
hel vlees:
ha-i vlees in zen ha-n (Q078p Wellen)
|
Hij heeft eelt in zijn handen (verharding van de huid door het werken met de spade) [ZND 35 (1941)]
III-1-2
|
33803 |
eeltwrat, zweelwrat |
sporen:
spōrǝ (Q078p Wellen)
|
Wratvormige uitwassen (zweel = eelt) binnenwaarts aan de hoofdschenkels van voor- en achterpoten. Ze zijn, net als de vingerafrukken bij de mens, volkomen individueel. Men veronderstelt dat ze overblijfselen van een extra teen of aanhangsel zijn. Zie afbeelding 2.27. [A 4, 2e; L 20, 2e; N 8, 32.1, 32.3, 32.4, 32.13, 32.15 en 32.16]
I-9
|
20145 |
een blauwtje lopen |
ze heeft het afgemaakt:
ze het het oafgemak (Q078p Wellen),
zijn cong krijgen:
zenne congé krijge (Q078p Wellen),
zijn dooppapieren krijgen:
zen doppepieren krijge (Q078p Wellen)
|
Als een jongen door een meisje wordt afgewezen zegt men wel: hij heeft een blauwtje gelopen. Kent u voor dit feit in uw dialect een andere uitdrukking [N 115 (2003)]
III-2-2
|
20505 |
een borrel drinken |
een bakje drinken:
verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m
e bakske drènke (Q078p Wellen),
een borrel pakken:
verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m
enne borrel pakke (Q078p Wellen),
een drupje drinken:
verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m
en drupke drènke (Q078p Wellen),
een knop drinken:
verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m
enne knoep drènke (Q078p Wellen)
|
druppel (drinken), een borrel pakken [ZND 23 (1937)]
III-2-3
|
20941 |
een boterham smeren |
een boterham bereiden:
ənə boi̯təram bre̞i̯ə (Q078p Wellen),
een boterham smeren:
ənə boi̯təram smīe rə (Q078p Wellen),
een snede bereiden:
ən šne̞j bre̞i̯ə (Q078p Wellen),
een snede smeren:
ən šne̞j smīe rə (Q078p Wellen)
|
smeren [RND]
III-2-3
|