19112 |
een lastig karakter hebbend |
lastig:
hie is lestig (Q078p Wellen),
niet mak:
hè`s ni mak (Q078p Wellen)
|
Hij is niet gemakkelijk, ... niet mak (een lastig karakter). [ZND 38 (1942)]
III-1-4
|
20178 |
een miskraam krijgen |
een misval krijgen:
ene misval kreege (Q078p Wellen)
|
Een miskraam krijgen (opslagen, omslaan). [N 115 (2003)]
III-2-2
|
17843 |
een nachtmerrie hebben |
de maar heeft mich gereden:
[vgl. grijs merrie (trefw. nevel), cf. P 188: grejs mere]
de mâ-r hèt mich geréë (Q078p Wellen)
|
Nachtmerrie; hoe vertaalt gij, fr. jai eu le cauchemar? [ZND 05 (1924)]
III-1-2
|
18273 |
een paar schoenen |
een paar schoenen:
e poar schoen (Q078p Wellen)
|
een paar schoenen [ZND 06 (1924)]
III-1-3
|
31607 |
een paard beslaan |
beslaan:
bǝslǭǝ.n (Q078p Wellen)
|
Een paard van hoefijzers voorzien. Tijdens het beslaan wordt het paard in de hoefstal van de smidse geplaatst. De hoefsmid verwijdert eerst met behulp van de hoefhamer en de hoeftang het oude hoefijzer. Vervolgens bewerkt hij de hoef door middel van het hoefmes en de hoefrasp. Het nieuwe hoefijzer wordt gewoonlijk warm gepast. Daarvoor wordt het gelijkmatig donkerrood verhit en enige ogenblikken tegen de besneden hoef gehouden. Het ijzer moet overal dicht tegen de hoef passen; aan onverbrande plaatsen onder de hoef kan de smid zien dat deze nog met de hoefrasp moet worden bijgewerkt. Het ijzer wordt met hoefnagels aan de hoef bevestigd. De nagels worden daartoe eerst met behulp van de beslaghamer door de hoef geslagen. Dan worden de uitstekende uiteinden van de hoefnagels met de hoeftang tot op 3 mm afgeknepen. Het gedeelte van de hoefnagel dat nog uitsteekt, wordt vervolgens omgeslagen in een uitholling van de hoef die door middel van de onderkapper is gemaakt. Tot slot wordt de hoef soms nog met de hoefrasp bijgewerkt. [JG 1a; JG 1b; N 100, 17; monogr.]
II-11
|
17875 |
een pak slaag geven |
de polder smeren:
Een pak slaag op zijn achterste.
de polder smiere (Q078p Wellen),
rammelen:
rammele (Q078p Wellen),
ranselen:
ransele (Q078p Wellen)
|
een pak slaag [ZND m] || Met een tak of zweep slaan (smikken, geselen, klatsen) [N 108 (2001)]
III-1-2
|
17876 |
een pak slaag krijgen |
strepen krijgen:
strè-pe (Q078p Wellen)
|
hij zal strepen krijgen (een pak slaag) [ZND 07 (1924)]
III-1-2
|
22809 |
een portret laten maken |
zijn portret laten maken:
zè portrèt looətə maoke (Q078p Wellen)
|
Zijn portret laten maken (bij de fotograaf). [ZND 40 (1942)]
III-3-2
|
21656 |
een prijs vragen |
vaste prijs (zn.):
ps. omgespeld volgens Frings.
vāstə prēͅəs (Q078p Wellen)
|
aanbieden, Voor een bepaalde prijs te koop ~ [loven of geloven? zegt men wel: wat looft ge uw kippen = welke prijs vraagt ge ervoor?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
22357 |
een priktol bovenhands uitwerpen |
kappen:
kappe (Q078p Wellen)
|
een priktol [tol met een ijzeren punt die geworpen wordt] bovenhands uitwerpen, om er een andere mee te treffen [kampen, kappen, klodderen] [N 112 (2006)]
III-3-2
|