e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Wellen

Overzicht

Gevonden: 4045
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gelijkspelen boef spelen: boef spijle (Wellen) quitte spelen, niet verliezen maar ook niet winnen [zijn zaad hebben, tot zijn zaad zijn, gelijk spelen, gelijk staan] [N 112 (2006)] III-3-2
geloof geloof: geloaf (Wellen), geloŭf (Wellen) Geloof. [ZND 01 (1922)] || Hij heeft zijn geloof verloren. [ZND 23 (1937)] III-3-3
geloven geloven: geleuve (Wellen, ... ) Geloven. [ZND 01 (1922)], [ZND 35 (1941)], [ZND m] III-3-3
geluid maken, gezegd van de kammen daveren: dǭvǝrǝ (Wellen) Het geluid van de kammen van het aswiel bij het malen. Afhankelijk van het al dan niet goed functioneren van het gangwerk hoort men een aangenaam of een onaangenaam geluid. Dit laatste is bijvoorbeeld het geval wanneer de kammen niet op de juiste steek zijn gezet. [N O, 11p; Vds 95; Jan 114; Coe 89; Grof 112] II-3
geluidloos een wind laten veesten: veijeste (Wellen) geluidloos een wind laten [feuze, bussinge] [N 10c (1995)] III-1-1
geluk geluk: geluk (Wellen), gələk (Wellen) Ge moet hem dat geluk gunnen (hij heeft het verdiend, ge moet hem niet benijden). [ZND 24 (1937)] III-1-4
geluksvogel; altijd geluk hebben gelukkige pie: ènne gelukkige pìe (Wellen) Iemand die altijd geluk heeft. [ZND 35 (1941)] III-1-4
gemak gemak: ook ZND 23, 076  gemaok (Wellen), gemâke (Wellen) gemak [ZND 01 (1922)] III-1-4
gemakkelijk gemakkelijk: ook materiaal znd 23, 77  gemekkelek (Wellen), gemekkelèk (Wellen) gemakkelijk [ZND 01 (1922)] III-1-4
gemaskerd persoon boeman: boeman (Wellen), gemaskeerde: gemaskjoode (Wellen), vastelavondman: vaslōvətmān (Wellen), verklede: verklede (Wellen) Hoe heet: een gemaskerd persoon? [ZND 31 (1939)] || Maskeraad (gemaskerd persoon). [ZND 01 (1922)] III-3-2