e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Wellerlooi

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
poken rakelen: rōͅkələ (Wellerlooi) poken [SGV (1914)] III-2-1
pols pols: pòls (Wellerlooi) pols [DC 01 (1931)] III-1-1
pook rakelijzer: rōͅkəlīzər (Wellerlooi) pook [SGV (1914)] III-2-1
populier (alg.) peppel: peppel (Wellerlooi) populier [SGV (1914)] III-4-3
postbode post: pōͅs (Wellerlooi) postbode [RND] III-3-1
poten poten: pǭtǝ (Wellerlooi) In dit lemma staan de algemene benamingen voor het planten van de pootaardappelen bijeen. [N 12, 10; N 15, 1b en 1c; JG 1a, 1b, 1c, 2c; A 20, 1a; A 23, 17d.I; Lu 1, 17d.I; Wi 43; monogr.; add. uit N 12, 15; N M, 18a en 18b] I-5
prei prei: preij (Wellerlooi) prei [SGV (1914)] I-7
prent(je) prent(je): preent (Wellerlooi) prent [SGV (1914)] III-3-2
pret, schik schik: schik (Wellerlooi), wej hebbe schik gehad (Wellerlooi) [schik] wij hebben ~gehad [SGV (1914)] || schik [SGV (1914)] III-1-4
priester geestelijke: gèsselik (Wellerlooi) priester [SGV (1914)] III-3-3