e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Wellerlooi

Overzicht

Gevonden: 1874
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ekster ekster: ekster (Wellerlooi, ... ) ekster [SGV (1914)] || Hoe heet de ekster? [DC 06 (1938)] III-4-1
eksteroog eksteroog: eksteroog (Wellerlooi) likdoorn, eksteroog [SGV (1914)] III-1-2
els els: ɛ̄ls (Wellerlooi) Het gebogen, puntige instrument om gaatjes voor het naaien v√≥√≥r te steken. Men kent een spanels, een doornaaiels en een bros. Dierick zegt op pag. 83: "Het klein en broos werktuig dat een schoenmaker dagelijks te gebruiken heeft is het elsen. Daar zijn er verscheidene grootten en soorten. De elsens om binnenzolen te naaien zijn gekromd en moeten geschikt zijn licht of zwaar volgens het werk; een lang, zwaar elsen is goed voor zwaar manswerk en om in te rijgen. Een zwaar elsen om licht te naaien is altijd af te keuren, daar een fijne draad niet goed sluiten kan in de wijde gaten door het elsen in de binnenzool gemaakt en dus geen vaste naad kan voortbrengen. Gewoonlijk is de punt van een nieuw elsen te dik en moet wat verscherpt worden om goed door het leder te kunnen steken; het gebeurt wel eens dat de punt afkraakt, dit kan hersteld worden met er een aan te slijpen. Het elsen moet in een houten handvatsel vastgezet worden en moet er recht in zitten; het mag noch achteruit noch vooruit hellen en bijzonderlijk niet scheef of men is elke steek in gevaar het te breken, en de hand te kwetsen. [N 60, 176a; N 60, 234; N 60, 176c; S 28; L 5, 62; L B2, 238; L 40, 72; Wi 13; A 27, 17; monogr.] II-10
emmer emmer: eͅmər (Wellerlooi), houteren emmer: hø&#x0304ltərən eͅmər (Wellerlooi) emmer van hout [DC 15 (1947)] || emmer van zink of email [DC 15 (1947)] III-2-1
enkel enkel: eenkel (Wellerlooi, ... ) enkel [DC 01 (1931)], [SGV (1914)] III-1-1
enten enten: ènte (Wellerlooi), ɛ̄ntə (Wellerlooi) [RND 10] [SGV (1914)] I-7
erf erf: ɛ̄rəf (Wellerlooi), plaats: pláts (Wellerlooi) I-7
ericaborstel heihoningborstel: hęjhuneŋborsǝl (Wellerlooi) Bepaald soort borstel met beweeglijke stalen pennen die de heidehoning in de raat moet losmaken, voordat hij geslingerd wordt. Sommige honingsoorten, met name de heidehoning, laten zich niet gemakkelijk slingeren door hun eigenschap van vast worden. Deze honing moet dan eerst door een borstel of iets dergelijks losgemaakt worden. Voor het gebruik moet men de borstel opwarmen. [N 63, 125a; monogr.] II-6
eten (ww.) eten: éttə (Wellerlooi) eten [RND] III-2-3
etter materie: meterrie (Wellerlooi) etter [SGV (1914)] III-1-2