24162 |
grauwe vliegenvanger |
spinnenvretertje:
spinnevrèterke (L215a Wellerlooi)
|
Hoe heet de grauwe vliegenvanger? [DC 06 (1938)]
III-4-1
|
18880 |
grijnzen |
grijnzen:
greeze (L215a Wellerlooi)
|
grijnzen [SGV (1914)]
III-1-4
|
33685 |
grind |
grind:
grēnt (L215a Wellerlooi)
|
Collectieve benaming voor de kleine keitjes die in grote menigte in diluviale gronden en op de bodem van de rivieren worden aangetroffen, kiezels. [S 11; L 1a-m; N 18, add.; monogr.]
I-8
|
24933 |
grindx |
grind:
greent (L215a Wellerlooi)
|
grind [SGV (1914)]
III-4-4
|
17541 |
groeien |
wassen:
wasǝ (L215a Wellerlooi)
|
De algemene benaming voor het groter worden van het gewas. Het oude Limburgse woord is wassen; zoals de kaart laat zien, komt de term groeien onder invloed van het Nederlands echter al in bijna heel Limburg voor. Aarden betekent eigenlijk "goed groeien, goede opbrengst laten verwachten", evenals (ge)dijen en tieren in het tweede deel van het lemma. De benaming struiken betekent "een struik vormen" in de uitdrukking "het koren is al goed gestruikt" (Q 111). De opgegeven antwoorden voor "dat gewas ''gedijt'' niet" staan achter in het lemma bijeen. [RND 124; L 32, 13; L 44, 45; monogr.; add. uit A 3, 16; L 4, 16; L A2, 374]
I-4
|
25026 |
groen (kleur) |
groen:
gruun (L215a Wellerlooi)
|
groen [SGV (1914)]
III-4-4
|
21329 |
grof |
grof:
grof (L215a Wellerlooi)
|
grof [SGV (1914)]
III-3-1
|
28453 |
grof broed |
grof werk:
grof węrk (L215a Wellerlooi)
|
Cellen bestemd voor darrenbroed. Na het maken van fijn broed gaan de bijen over op het vervaardigen van grof werk of de darrenraat. Het patroon van de darrenraat is gelijk aan dat van de werkbijenraat maar de celafmeting is belangrijk groter dan die bij de werkbijenraat. In deze grotere cel wordt de dar uitgebroed maar voor honingopslag is ze ook zeer geschikt. [N 63, 13c; Ge 37, 59]
II-6
|
33321 |
grond waarop de boerderij staat |
erf:
ɛ̄rǝf (L215a Wellerlooi),
plaats:
plats (L215a Wellerlooi)
|
Vaak zijn boerderijen op een natuurlijke lichte verhoging in het terrein gebouwd. Naast de meer algemene benamingen van de plek waarop het bedrijf ligt, vinden we dan ook enkele specifiek op die hoogte betrekking hebbende benamingen. Ze staan achter in het lemma bijeen. [N 5A, 74a; A 10, 1; monogr.]
I-6
|
33674 |
grond, aarde |
aarde:
ērt (L215a Wellerlooi),
grond:
grōnt (L215a Wellerlooi)
|
De algemene benaming. [S 1, 7, 11, 42; Wi 52; R III, 5, 6, 7, 8; L A1, 150; Vld.; N 18, add.; monogr.]
I-8
|