e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Wijchmaal

Overzicht

Gevonden: 1314
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
brug brug: brug (Wijchmaal) een houten brug [ZND 22 (1936)] III-3-1
bruid bruid: 1a-m; 22, 29a;  broud (Wijchmaal) bruid [ZND 01 (1922)] III-2-2
bruidegom bruidegom: 1a-m; 22, 29a;  bruidegom (Wijchmaal) bruidegom [ZND 01 (1922)] III-2-2
bruidje in de processie bruidje: bruidjes (Wijchmaal), bruudjə (Wijchmaal) Een maagdeken (klein meisje, dat in een processie gaat). [ZND 01u (1924)] || Hoe heten de kleine meisjes die in de processie gaan? [ZND 22 (1936)] III-3-3
bruiloft bruiloft: 1a-m; 22, 29b;  breeloft (Wijchmaal) bruiloft [ZND 01 (1922)] III-2-2
brulkoe brul: bryl (Wijchmaal) Een koe die aan de brulziekte lijdt. [N 3A, 101, A 48A, 45b, 45c; L 19B, 4a] I-11
brullen brullen: brølǝ (Wijchmaal) Abnormaal geluid dat vooral wild geworden runderen uitstoten. [N 3A, 6; JG 1a, 1b; monogr.] I-11
brulse koe brul: brøl (Wijchmaal) Koe die niet meer drachtig is en veel brult. [JG 1a, 1b] I-11
bui, regenbui bijs: buis (Wijchmaal), regenbijs: rēgebuis (Wijchmaal) bui, regen [ZND 01 (1922)] || regenbui [ZND 06 (1924)] III-4-4
buik pens: pɛ.ns (Wijchmaal) Zie afbeelding 2.33. [JG 1a, 1b; N 8, 14 en 41] I-9