e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Wijchmaal

Overzicht

Gevonden: 1314
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
scrotum zak: zak (Wijchmaal) Teelzak van de stier. [JG 1a, 1b] I-11
seksen sekken: sɛkǝ (Wijchmaal) Bij kuikentjes de haantjes van de hennetjes afzonderen en ze vervolgens doden. Haantjes zijn er minder nodig en het is onvoordelig om die lang eten te blijven geven. [N 19, 58; JG 1a, 1b] I-12
selderij selderie: seͅldəri (Wijchmaal) [Goossens 1b (1960)] I-7
sering jasmijn: -  jasmijn (Wijchmaal, ... ), Komt voor in WLD III, Flora; daar ontbreekt het ZND materiaal; aan ZND 02 is hier toegevoed het materiaal van ZND 15 (1930), 022  jasmijnen (Wijchmaal), meibloem: -  meibloem (Wijchmaal, ... ), Komt voor in WLD III, Flora; daar ontbreekt het ZND materiaal; aan ZND 02 is hier toegevoed het materiaal van ZND 15 (1930), 022  meͅbloem (Wijchmaal), pinksterbloem: -  pinksterbloem (Wijchmaal, ... ), Komt voor in WLD III, Flora; daar ontbreekt het ZND materiaal; aan ZND 02 is hier toegevoed het materiaal van ZND 15 (1930), 022  pinksterbloem (Wijchmaal), poezemien: -  poezemien (Wijchmaal), poezenmien: -  poezemien (Wijchmaal) sering || Syringa vulgaris, Fr. Lilas [ZND 02 (1923)] I-7, III-4-3
sijs sijsje: siesken (Wijchmaal) sijs [ZND m] III-4-1
sik sikje: sieksken (Wijchmaal) Een sikje (puntig baardje aan de kin). [ZND 06 (1924)] III-1-1
sikkel zikkel: zi.kǝl (Wijchmaal) Werktuig in de vorm van een halve cirkel met een korte steel dat gebruikt wordt om gras en soms ook wel graan te maaien. In Noord Ned. Limburg is herhaaldelijk opgemerkt: "zelden in handen van boeren ... het is een typisch vrouwengereedschap" (L 270). [N 11, 88; N 18, 79; JG 1a, 1b, 2c; A 4, 28 en 28a; A 14, 7 en 11; A 23, 16.2; L 20, 28; L 42, 46; L 45, 11; Lu 1, 16.2; NE 2, 1; Wi 51; monogr.; add. uit N Q, 11c] I-5
singel singel: se.ŋǝl (Wijchmaal) Riem die het zadel op zijn plaats houdt. Hij is aan de zijkanten van het zadel vastgehecht en wordt onder de buik van het paard door middel van een gesp gesloten. [JG 1a, 1b; N 13, 72; monogr.] I-10
sinterklaas sintereklaas: sintere klaos (Wijchmaal, ... ) Sint-Niklaas. [ZND 06 (1924)] III-3-2, III-3-3
sjalot sjalot: šəloͅtə (Wijchmaal) sjalotten (pl) [Goossens 1b (1960)] I-7