e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Wijk

Overzicht

Gevonden: 961
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kruisteken kruisje: kruiske (Wijk) Een kruisteken [kruis, krèùs/kröös, kruus, kruuts, kruusteiken?]. [N 96B (1989)] III-3-3
kruisweg kruisweg: kruusweeg (Wijk, ... ) De gebedsoefening langs de 14 staties van Jezus gang van Pilatus naar Golgotha [kruisweg, kruuswèg, kruutswèèg]. [N 96B (1989)] || Het geheel van 14 kruiswegstaties in de kerk [kruu(t)swèèg, kruuswèg?]. [N 96A (1989)] III-3-3
kruisweg: 14 staties veertien staties: de 14 staties (Wijk) De 14 staties. [N 96B (1989)] III-3-3
kruiswegstatie statie: statie (Wijk), staties (Wijk) Elk van de 14 afbeeldingen van Jezus kruisweg [statieoene, staties?]. [N 96A (1989)] || Één statie van de kruisweg. [N 96B (1989)] III-3-3
kuif kuif: kòòf (Wijk) kuif [N 10 (1961)] III-1-1
kuitbroek kuitbroek: kuitbrook (Wijk), pofbroek: poofbrook (Wijk) kuitbroek of kniebroek (vero) waarvan de pijpen juist onder de knieën werden dichtgebonden [N 23 (1964)] III-1-3
kussentje op het hoofd kussentje: kösseke (Wijk) kussentje op het hoofd bij het dragen van korven [vritsjel, wusj] [N 25 (1964)] III-1-3
kwartje kwartje: kwartsje (Wijk), wöllemke (Wijk), willempje: u wùllemke (Wijk) kwartje, een ~ [N 21 (1963)] III-3-1
kwezel kwezel: kwezel (Wijk) Een bidziel, bidmens, kwezel, overdreven vrome persoon. [N 96B (1989)] III-3-3
kwezelachtig kwezelachtig: kwezelechtig (Wijk) Kwezelachtig. [N 96B (1989)] III-3-3