21668 |
kwitantie |
kwitantie:
kwitantie (Q104p Wijk),
un kwitansjie (Q104p Wijk)
|
kwitantie, bewijs van schulddelging [N 21 (1963)]
III-3-1
|
23580 |
kyrie eleison |
kyrie:
kyrie (Q104p Wijk)
|
Het "vaste gezang"aan het begin van de mis, het "Kyrie eleison". [N 96B (1989)]
III-3-3
|
18215 |
laars (alg.) |
stevel:
stevel (Q104p Wijk),
stievel (Q104p Wijk, ...
Q104p Wijk)
|
laars [bot, steevel, buus, kamasj] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
18359 |
laars met sluitriempje |
rijgstevel:
reigstievel (Q104p Wijk)
|
laars waarvan de schacht aan de bovenkant van een verstelbaar sluitriempje is voorzien [rijlaars] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
18301 |
laars tot of boven de knie |
kaplaars:
kaplaarzen (Q104p Wijk),
kapstevel:
kapstievel (Q104p Wijk)
|
laars waarbij de schacht het hele onderbeen bedekt [kapleers, kapsjtievel, kamasj] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
18374 |
laarzenschacht |
schacht:
sjach (Q104p Wijk),
stevelschacht:
stievelschach (Q104p Wijk)
|
schacht van een laars [sjach, sjteevelschach] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
23658 |
laatste evangelie |
t letste evangjillióm?].:
lèste evangelie (Q104p Wijk)
|
Het laatste evangelie, het beginmstuk van het evangelie volgens Johannes, dat gelezen werd na de zegen [t lèste evangillie [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23506 |
laatste mis |
begijnenlofje:
e begiene-löfke (Q104p Wijk)
|
De laatste, vaak korte mis op zondag, de laatste gelegenheid om de mis te horen [snapmèske, gawkletske?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
18304 |
lage herenschoen, molière |
lage schoen:
lieg schjeun (Q104p Wijk),
platte liegsjeun (Q104p Wijk),
molire (fr.):
mollieres (Q104p Wijk)
|
herenschoenen, lage ~ [N 24 (1964)]
III-1-3
|
18377 |
lage klomp? |
gewone klomp:
gewoen kloompe (Q104p Wijk)
|
klomp, lage open ~ met een riem over de wreef [N 24 (1964)]
III-1-3
|