18110 |
puistjes |
puistjes:
pöskes (Q104p Wijk)
|
puistjes [bultjes, botsels, brobbels] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
18693 |
pullover |
pullover:
pullover (Q104p Wijk),
pulover (Q104p Wijk)
|
pullover truivest met mouwen zonder knopen [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18615 |
puntmuts |
puntmuts:
puntmòts (Q104p Wijk)
|
puntmuts, hoofdkapje dat van achteren spits toeloopt [N 25 (1964)]
III-1-3
|
18610 |
pyjama |
pyjama {pijama}:
pyama (Q104p Wijk),
pyjama (Q104p Wijk)
|
pyjama, tweedelig nachtkostuum [N 25 (1964)]
III-1-3
|
22726 |
raadsel(tje) |
raadsel(tje):
raodsel (Q104p Wijk),
rèùdselke (Q104p Wijk)
|
raadsel [N 07 (1961)] || raadseltje [N 07 (1961)]
III-3-2
|
19224 |
raden |
raden:
raojen (Q104p Wijk)
|
raden [N 07 (1961)]
III-3-2
|
19576 |
ragebol |
ragebol:
eigen spellingsysteem
ragebol (Q104p Wijk, ...
Q104p Wijk),
WLD (zoveel mogelijk)
ragebol (Q104p Wijk),
spinnennest:
WLD (zoveel mogelijk)
spinnenèst (Q104p Wijk),
spinnenveger:
spinneveger (Q104p Wijk),
vensterborstel:
WLD (zoveel mogelijk)
vinsterbeurstel (Q104p Wijk)
|
bezem (met lange steel); inventarisatie benamingen; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] || ragebol, bolvormige borstel waarmee spinnewebben worden verwijderd [N 26 (1964)]
III-2-1
|
18413 |
rand van een hoed |
luif:
luif (Q104p Wijk)
|
luifel, overstekende rand van een hoed [N 25 (1964)]
III-1-3
|
19558 |
rasp |
schaaf:
schaof (Q104p Wijk),
schaafje:
scheufke (Q104p Wijk)
|
rasp (rief, raspel, raps) [N 20 (zj)]
III-2-1
|
17902 |
recht vooruitstoten met de armen |
stoten:
stoete (Q104p Wijk)
|
stoten: met de armen recht vooruit stoten [stuike] [N 10 (1961)]
III-1-2
|