e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Wijk

Overzicht

Gevonden: 961
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
slipjas frak: frak (Wijk, ... ), rok: rok (Wijk), slippenjas: slippejas (Wijk, ... ) jacquetjas, zwarte jas met lange achterpanden [pitteleer, pieteloer, slipjas, frak, batsesleeger, billentikker, klaovert, steekert] [N 23 (1964)] III-1-3
slobkous slobkous: slopkous (Wijk), slópkouse (Wijk), slöpkouse (Wijk) voetbekleedsel zonder zool, dat over de schoenen (en enkels) wordt gedragen [slopkous, soepjee] [N 24 (1964)] III-1-3
slokdarm slokdarm: sloukdèrm (Wijk) slokdarm [krop, gorgel] [N 10 (1961)] III-1-1
sluier sluier: sluijer (Wijk) sluier, lange witte ~ met een kroontje van wasbloempjes, hoofdtooi van Communiemeisjes [N 25 (1964)] III-1-3
sluik haar piezelen: piezele (Wijk) recht, sluik haar [N 10 (1961)] III-1-1
sluimeren sluimeren: slommere (Wijk) sluimeren [drooze, knikkebolle] [N 10 (1961)] III-1-2
smaak smaak: smāāk (Wijk, ... ) smaak: het spek heeft een ranzige smaak [N 10 (1961)] || smaak: mijn smaak is bedorven door die rotte appel [N 10 (1961)] III-1-1
sneeuwbui sneeuwbui: snie buij (Wijk) sneeuwbui, sneeuwvlaag [sneeuwvlei] [N 22 (1963)] III-4-4
sneeuwx sneeuw: snie (Wijk) sneeuw [schimmel] [N 22 (1963)] III-4-4
snijwonde veeg: enne veeg (Wijk) snee in de vinger [N 07 (1961)] III-1-2