21191 |
kade |
kade:
kade (Q201p Wijlre)
|
de walkant langs een vaarwater of haven waaraan de schepen kunnen aanleggen, laden en lossen [kade, kaai, ka, lossing] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
22062 |
kale neus |
kale naas:
kaal naas (Q201p Wijlre)
|
Hoe noemt men een kale neus bij de rui? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
30247 |
kalf |
kalf:
(mv)
kau̯vǝr (Q201p Wijlre),
kalfje:
kɛu̯fkǝ (Q201p Wijlre)
|
Jong rund, niet naar het geslacht onderscheiden. Zie afbeelding 3. Op de kaart is het woordtype kalf niet opgenomen. [N 3A, 15 en 20; JG 1a, 1b; Gwn V, 5, 5a en 5b; L 27, 56; R 12, 24; Wi 17; monogr.; add. uit N 3A, 4, 26a, 75a, 75b en 76; N C, 6, 7a, 7b, 8, 9a en 14b; A 9, 17a en17b; S 14]
I-11
|
22083 |
kalk |
kalk:
kalk (Q201p Wijlre)
|
kalk of krijtstof? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
22157 |
kalk gemengd met verbrijzelde stenen |
grit:
grit (Q201p Wijlre)
|
kalk gemengd met verbrijzelde stenen? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
18838 |
kalm, bedaard |
rustig:
rustig (Q201p Wijlre)
|
niet opgewonden, kwaad of zenuwachtig [bedaard, stil, kalm] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
33351 |
kalverstal |
kalverstal:
kau̯vǝr[stal] (Q201p Wijlre)
|
De stal of de ruimte in de koestal waar de kalveren staan. Meestal is er geen afzonderlijke ruimte als kalverstal; de kalveren staan in een hoek van de koestal en deze hoek voor de kalveren wordt "kalverstal" genoemd. Vandaar dat n.a.v. de vraag "kalverstal" voor L 213, 248, 298, 381b, 386, Q 1, 113 en 202 koestal en voor L 270, 312, Q 34 en 102 stal werd opgegeven. Er zijn voor de kalverstal ook wel benamingen in gebruik, waaruit de leeftijd van de kalveren spreekt. Voor opgaven die een voor een kalf bestemde kist, bak, kooi e.d. betreffen, zie men het lemma "kalverhokje, kalverbak" (2.2.4). Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel (stal) het lemma "stal" (2.1.2). Zie ook de plattegronden in paragraaf 1.2. [A 10, 9b; L 38, 25; monogr.; add. uit N 5A, 45a en 47b]
I-6
|
22487 |
kamerschieten |
kamers schieten:
kamere sjete (Q201p Wijlre)
|
Het gebruik om schoten te lossen bij een bruiloft. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
22336 |
kampen |
kampen:
kampen (Q201p Wijlre)
|
Uitmaken wie de winnaar is bij gelijke stand [kamp, kavalen, kanteren]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
24704 |
kamperfoelie |
kamperfoelie:
kamperfoelie (Q201p Wijlre)
|
Wilde kamperfoelie (lonicera periclymenum 150 tot 300 cm grote klimplant met houtige stengels; de bladeren zijn tegenoverstaand en meestal gaafrandig; de bloemen staan in (schijn)kransen of hoofdjes met een lange kroonbuis, geelachtig wit of purperrood [N 92 (1982)]
III-4-3
|