e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Wijlre

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rijkswachter gendarme (fr.): sjenderm (Wijlre) een lid van het militaire politiekorps [gendarm, harenmutsel, pakkeman, marechaus-see, massee] [N 90 (1982)] III-3-1
rijp rijp: rīēp (Wijlre) rijp [RND] III-2-3
rijshout, bonenstaak bonengard: boenegaet (Wijlre, ... ), bonenstek: boenesjtek (Wijlre), erwtenrijs: erteriezer (Wijlre) Erwtenrijzers, twijgen waartegen bepaalde erwten groeien [N P (1966)] I-7
rimpels rimpels: rump-pə-lə, rumpəl (Wijlre), rumpelen, rumpel (Wijlre) Hoe noemt men de plooien in de huid van een mens ? Bedoelt worden vooral de plooien in het voorhoofd. Wat is hiervan het enkelvoud ? [DC 18 (1950)] III-1-1
ringen, randen verwijderen van peulvruchten ringen: renge (Wijlre) [N Q (1966)] I-7
ringmus ringelmus: ringelmösch (Wijlre), veldmus: veldmusj (Wijlre) Hoe heet de ringmusch? [DC 06 (1938)] III-4-1
ringvinger ringvinger: ringvinger (Wijlre) Ringvinger: de vierde vinger waaraan men gewoonlijk een ring draagt (ringvinger, goudvinger,vingerling, iedekje, pillepoort). [N 84 (1981)] III-1-1
rins ranzig: ransig (Wijlre) lichtelijk zuur smakend (rins, zurig) [N 91 (1982)] III-2-3
riool riool: rijool (Wijlre) het stelsel van buizen en kanalen voor het afvoeren v an vuil water [riool, geul, grip] [N 90 (1982)] III-3-1
rit rit: rit (Wijlre) de afstand afgelegd te paard, per fiets, per auto of op de schaats (tocht, rit) [N 90 (1982)] III-3-1